Transistortest
Toepas-
hFE
singsgebied
hFE
0 ~1000
Meetomstandigheden
I
= 2 μA; U
= 1 V
B
CE
Nauwkeurigheid: ± (% van indicatie + gewicht van
het minst signifi cante cijfer)
EXPLOITATIE VAN DE STROOMTANG
LET OP! Om u te beschermen tegen het risico van
elektrische schokken voordat u de behuizing van het
apparaat opent, dient u de meetkabels los te koppe-
len en de stroomtang uit te schakelen.
Veiligheidsinstructies
Gebruik de stroomtang niet in een omgeving met een
te hoge luchtvochtigheid, aanwezigheid van giftige
of ontvlambare dampen, in een explosieve atmo-
sfeer. Controleer vóór elk gebruik de toestand van de
stroomtang en de meetkabels; als u fouten opmerkt,
begin dan niet te werken. Vervang beschadigde ka-
bels door nieuwe die vrij zijn van defecten. In geval
van twijfel kunt u contact opnemen met de fabrikant.
Houd bij het meten de meetkabels alleen achter het
geïsoleerde deel. Raak geen meetpunten of onge-
bruikte contactdozen van de stroomtang aan. Ontkop-
pel de meetkabels voordat u de meetwaarde wijzigt.
Voer nooit onderhoudswerkzaamheden uit zonder dat
de meetkabels van de stroomtang zijn losgekoppeld
en dat de stroomtang zelf is uitgeschakeld.
Vervanging van de batterijen
De stroomtang heeft batterijen nodig, waarvan
het aantal en type in de technische gegevens zijn
gespecifi ceerd. Het gebruik van alkalinebatterijen
wordt aanbevolen. Om de batterij te plaatsen, opent
u de behuizing van het instrument of het deksel van
het batterijvak aan de onderkant van de meter. Voor-
dat u toegang verkrijgt tot het batterijvak, kan het
nodig zijn om het deksel van de behuizing van de
stroomtang af te schuiven. Sluit de batterij aan vol-
gens de markeringen op de aansluitklemmen, sluit
de behuizing of het deksel van het batterijvak. Als
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
Diodetest
Meetvoorwaarden
I
= 1 mA
U
= 1,5 V
F
R
NL
het batterijsymbool verschijnt, moeten de batterijen
worden vervangen door nieuwe batterijen. Omwil-
le van de nauwkeurigheid is het raadzaam om de
batterij zo snel mogelijk na het verschijnen van het
batterijsymbool te vervangen.
Vervanging van de zekering
Het apparaat maakt gebruik van een zekering met
snelle karakteristieken. In geval van schade, de
zekering vervangen door een nieuwe zekering met
identieke elektrische parameters. Open hiervoor de
behuizing van de meter, volgens dezelfde procedure
als bij het vervangen van de batterij en respecteer
de veiligheidsregels, en vervang de zekering door
een nieuwe.
De st roomtang in- en uitschakelen
Als u de meetschakelaar in de OFF-stand zet, wordt
de stroomtang uitgeschakeld. De overige scha-
kelaarposities activeren de schakelaar en maken
de keuze van de te meten grootheid en het bereik
mogelijk. De stroomtang heeft geen functie van au-
tomatische uitschakeling in geval van inactiviteit van
de gebruiker, daarom moet men er rekening mee
houden de stroomtang uit te schakelen telkens wan-
neer de metingen zijn voltooid. Dit zal het batterijver-
bruik verminderen.
HOLD knop
De knop wordt gebruikt om de meetwaarde op het
display op te slaan. Door op de toets te drukken,
blijft de actueel weergegeven waarde op het dis-
play staan, ook nadat de meting is voltooid. Druk
nogmaals op de knop om terug te keren naar de
meetmodus. De werking van de functie wordt op
het display van de stroomtang aangegeven met het
"H"-teken.
* knop
De knop wordt gebruikt voor de belichting van het
scherm van de stroomtang. Druk op de knop om de
achtergrondverlichting in te schakelen. De achter-
grondverlichting wordt na enkele seconden automa-
tisch uitgeschakeld.
Testkabels aansluiten
Als de kabelstekkers zijn voorzien van afdekkingen,
59