8
ONDERHOUD
8.1
Dagelijks door een opgeleide gebruiker.
Start de UV-cyclus (7.F.).
8.2
Wekelijks door een opgeleide gebruiker.
Maak de goten schoon met een droge borstel en krab eventueel met een plastic schraper de
deegresten weg die aan de vilten kleven.
Maak de buitenkant van de machine minstens één keer per week schoon. Was de hele carrosserie
met een niet-schurende spons en lauw zeepwater.
Spoel met een niet-schurende spons en droog zorgvuldig af met een zachte, niet-pluizerige vod.
Spuit de machine nooit schoon.
8.3
Maandelijks door een opgeleide gebruiker.
Zuig met de stofzuiger aan de binnenkant om het deeg of het bloem op de kettinggoten en het frame
te verwijderen.
Blaas op de kettingen om alle bloemsporen te verwijderen.
8.4
Jaarlijks door een erkende verdeler.
Controleer de kettingspanning en stel ze af.
Smeer de kettinggewrichten.
Smeer de motorketting.
GEBRUIK GEEN DIKKE OLIE EN GEEN VET DAT NIET BESTEMD IS VOOR GEBRUIK IN
VOEDING.
Nederlands
48