Presentatie; Algemeen; Hoofdcomponenten; Functiebeschrijving - Nederman AEB Manual De Instrucciones

Presentatie

Algemeen

De bak voor automatisch legen is gebaseerd op de
normale opvangbak voor het FlexFilter, maar de bodem
is vervangen door een pneumatisch bediend luik. Er
is een vacuümklep, TVS 200 DA, nodig om de leiding
naar de vacuümeenheid voorafgaand aan het legen af
te sluiten (geldt niet voor FlexPAK). Legen is niet moge-
lijk als in de stofvanger een volledig vacuüm heerst.
De hoge beugel voor FlexFilter, fig. , (of wandbeugel)
wordt normaal gesproken gebruikt om een container
onder de vanger te plaatsen. Ook automatisch legen
boven een transportband is mogelijk.
FlexPAK moet op een vlakke, verhoogde ondergrond
worden gezet en met bouten aan de ondergrond wor-
den vastgezet. Voor AEB is een uitsparing in de onder-
grond nodig, zie fig. 0.

Hoofdcomponenten

Zie fig. 2, 3 en 4.
) Opvangbak
2) Contactbeveiliging/spatbescherming (rubber)
3) Arm
4) Luik
5) Noodstop
6) Persluchtcilinder
7) Smoorklep (2x)
8 Magneetklep (5/2 klep)
9 Nippel (8 mm, 5/6") voor persluchtaansluiting
0-3) Geplugde "push-in-nippel". Zie persluchtsche-
ma's, fig. 5-8 en .
Verwijder de plug in de push-in-nippel door de ring
in te drukken en de plug recht naar buiten te trekken.
Gebruik alleen op bepaalde nippels een 6 mm nylon
slang. De resp. schema's tonen op welke nippels een
slang moet worden aangesloten en welke geplugd moe-
ten blijven.
Naast genoemde componenten is altijd een klep TVS
200 DA nodig op de uitlaat van de vanger. FlexFilter
RF heeft ook een pendelklep (SV) nodig bovenop de
vanger. LET OP! Deze componenten (TVS200DA en
pendelklep SV) gelden niet voor FlexPAK .
AEB

Functiebeschrijving

Dit hoofdstuk is van belang voor het onderhoudsperso-
neel. Bepaal eerst of de vanger een Single, Single RF,
Twin, Twin RF of FlexPAK is.
Bij een Single- of Twin-stofvanger regelt de High
Vacuum Starter (HVS) Advanced of High Vacuum Starter (HVS) Basic het reinigen van het filter en het
legen, wat gelijktijdig gebeurt.
Als de vanger RF-filterreiniging heeft, worden het reini-
gen en legen geregeld door een High Vacuum Starter
(HVS) Advanced. Meer informatie staat verderop in de
handleiding.
In een Twin zijn beide vangers volledig gelijk. Als bij
het gebruik van Twin toch onderscheid moet worden
gemaakt, is de vanger in de stroomrichting het dichtst
bij de vacuümeenheid "A" en de andere "B". Hetzelfde
geldt voor de "A"- en "B"-kant in een Single RF. De
namen worden gebruikt in de persluchtschema's, fig. 6-
8. Vacuümklep TVS 200 DA wordt altijd in de uitlaat van
vanger "A" en aan de "A"-kant geplaatst.
In FlexPAK wordt het legen geregeld door het in de
eenheid geïntegreerde regelsysteem.
De leegfunctie wordt beschreven met verwijzing naar
het schema in fig. 5. Fig. toont de eenvoudigste variant,
een Single, maar de werking ervan is gelijk aan die van
een Twin. Let op dat de noodstop (c) en de 5/2-klep (d)
in werkelijkheid op de opvangbak in directe aansluiting
op de persluchtcilinder (e) zijn geplaatst. De smoorklep-
pen (i) zijn direct op de cilinderpoorten gemonteerd (zie
fig. 3-4).
De persluchttap (a) moet /4" groot zijn en de slang (b)
moet een binnendiameter van minimaal 8 mm (5/6")
hebben. AEB wordt zonder persluchttap en slang gele-
verd.
De noodstop (c) heeft twee parallel gemonteerde klep-
pen voor een voldoende grote luchtstroom.
Fig. 5 toont de normale positie als de 5/2-klep (d) niet
is geactiveerd door HVS. De perslucht verlaat de klep
via poort 2 en gaat deels naar de pluspoort op de cilin-
der (e) die het luik gesloten houdt. De lucht gaat verder
naar de pluspoort op de cilinder (g) op TVS 200 DA, die
de aanvoerleiding naar de vacuümeenheid open houdt.
Als HVS het signaal aan de 5/2-klep geeft, keert deze
om en komt de lucht uit poort 4. De perslucht gaat nu
naar drie cilinders (e), (f) en (g), die niet tegelijk werken.
De cilinder (g) wordt het eerst geactiveerd en TVS 200
DA sluit de vacuümleiding naar de vacuümeenheid. Het
resterende vacuüm in de stofvanger staat het openen
NL
3