Vóór elke droogbeurt
• Alvorens van start te gaan met het drogen,
dient u uw wasgoed goed te centrifugeren in
de machine. Door te centrifugeren aan hoge
snelheid kunt u de droogtijd verlagen en zo
energie besparen.
• Voor het gelijkmatig drogen van uw
wasgoed, sorteert u uw wasgoed naargelang
het type stof en kiest u het passende
droogprogramma.
• Vóór het drogen dient u ritssluitingen,
haken of ogen en knopen van uw kleding te
sluiten, stoffen riemen vast te maken, enz.
• Droog uw wasgoed niet overmatig ; door
overmatig te drogen zal uw wasgoed gaan
kreuken.
• Droog nooit wasgoed met rubber of een
vergelijkbare elastische stof.
• De deur mag pas geopend worden wanneer
de droogkast zijn cyclus afgerond heeft.
Let erop de deur niet te snel te openen,
warme oppervlakken van de machine en de
condens kunnen brandwonden veroorzaken.
• Reinig de pluisfilter regelmatig en maak
systematisch leeg na gebruik om het
verlengen van de droogtijden en stijging van
het energieverbruik te vermijden.
• D r o o g n o o i t k l e d i n g d i e e e n
droogkuisbehandeling onderging.
Gebruik van het toestel
Referentiegewicht van de droge kleding
(per stuk)
Kleding die bestaat uit
verschillende stoffen
(ongeveer 800 g)
Jas
(ongeveer 800 g, in
katoen)
Jeans
(ongeveer 800 g)
Handdoeken
(ongeveer 900 g, in
katoen)
Eenpersoonslaken
(ongeveer 600 g in
katoen)
Werkkledij
(ongeveer 1120 g)
Nachtkledij (ongeveer
200 g)
Hemd met lange
mouwen (ongeveer
300 g, in katoen)
Bovenstuk met korte
mouwen (ongeveer
180 g, in katoen)
Ondergoed
(ongeveer 70 g in
katoen)
Sokken
(ongeveer 50 g,
gemengde stoffen)
NL
C
41