• De norm vereist dat de metingen verricht worden door een daartoe bevoegd persoon, die garant kan staan voor de
omstandigheden waarin de meting wordt uitgevoerd en voor de interpretatie van de meetresultaten. We raden u ten
zeerste aan de norm te kopen en te lezen alvorens een validatie uit te voeren. De interpretatie van de norm valt onder
de verantwoordelijkheid van de gekwalificeerde persoon. De tabel van het certificaat moet gekopieerd worden als er
meerdere afstellingen gecontroleerd moeten worden (MIG : spanning, draadsnelheid)
• In geval van bijzondere procedures zoals MIG Puls en de TIG AC, kunnen meetfouten optreden ten gevolge van de
gebruikte meetinstrumenten. De fabrikant van de lasgenerator moet geraadpleegd worden.
VALIDATIE KLASSE, TYPE VALIDATIE EN MEETINSTRUMENTEN
Validatie klasse : de validatie klasse kan «Standaard» of «Precisie» zijn.
«Standaard» klasse : ± 10% van de reële waarde tussen 25 en 100% van de maximale afstelling.
Precisie klasse : ± 2,5% van de reële waarde tussen 40 en 100% van de maximale afstelling.
± 1% van de maximale afstelling tussen 0 en 40% van de maximale afstelling.
Type validatie : de validatie kan van het type «consistentie» of «precisie» zijn.
Type Consistentie : Validatie van een apparaat met afstelling met potentiometer
Type Precisie : Validatie van een apparaat met afstelling per digitaal scherm
Voltmeter : meetapparaat gebruikt om de uitgaande spanning van de lasgenerator te meten.
Stroomtang : meetapparaat gebruikt om de uitgaande stroom van de lasgenerator te meten
(positie AC voor TIG AC apparaten).
Precisie van de meetapparatuur :
De meetapparaten moeten ten minste twee keer en bij voorkeur vijf keer preciezer zijn dan de vereiste precisie voor de
validatie klasse.
CONVENTIONELE LADING
De norm eist dat de stroombronnen (MMA en TIG) en de spanningsbronnen (MIG) gecontroleerd worden onder een
conventionele spanning en een conventionele stroom. De door de norm gedicteerde formules zijn
MMA & SUB ARC : U(V) = 20V + 0.04 x I(A) lager dan 600A
TIG :
U(V) = 10V + 0.04 x I(A) lager dan 600A
MIG : U(V) = 14V + 0.05 x I(A) lager dan 600A
Voor de apparaten MMA en TIG die gebruikt worden als een stroombron is de spanning aangepast met
behulp van de weerstandmeter, om overeen te komen met de conventionele spanning.
Voor de MIG apparaten, die gebruikt worden als een spanningsbron, is de stroom aangepast met behulp
van de weerstandmeter om overeen te komen met de conventionele stroom.
Stroom (A)
40
60
80
100
150
200
250
300
400
500
600
PRAKTISCH GEBRUIK
Op basis van de voorgaande tabel kunnen we een duo stroom/spanning kiezen om een test uit te voeren :
Weerstandswaarden voor specifieke spannings- en stroomwaarden worden op het instrument of op pagina 21/23 afge-
drukt.
CALIWELD LOAD 550 A (3%)
± 2,5% van de maximale afstelling tussen 0 en 25% van de maximale afstelling.
MMA é SUB ARC (V)
21.6
22.4
23.2
24.0
26.0
28.0
30.0
32.0
36.0
40.0
44.0
TIG (V)
11.6
12.4
13.2
14.0
16.0
18.0
20.0
22.0
26.0
30.0
34.0
NL
MIG (V)
16.0
17.0
18.0
19.0
21.5
24.0
26.5
29.0
34.0
39.0
44.0
13