x
Fig. 13: Symbool-overzicht van de aansluitin-
gen
6.5.9
Aansluiting druksensor
4-20 mA
In
p
Fig. 14: Symbool-overzicht van de aansluitin-
gen
6.5.10
Aansluiting droogloopbeveiliging
(watergebrek)
!
Fig. 15: Symbool-overzicht van de aansluitin-
gen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control EC/ECe-Booster
Opstelling
Per pomp kan één externe foutmelding van de frequentie-omvormer worden aangeslo-
ten. De uitgang van de frequentie-omvormer moet als verbreekcontact fungeren!
Ter plaatse gelegde aansluitkabels door de kabelschroefverbindingen voeren en beves-
tigen. Sluit de aders overeenkomstig het aansluitschema op de klemmenstrook aan.
Neem het klemnummer over van het overzicht van de aansluitingen in de afdekking.
De "x" in het symbool geeft de betreffende pomp aan:
▪ 1 = Pomp 1
▪ 2 = Pomp 2
▪ 3 = Pomp 3
LET OP
Koppel geen externe spanning!
Een aangebrachte externe spanning vernielt het onderdeel.
De drukregistratie verloopt via een analoge druksensor 4 – 20 mA.
Ter plaatse gelegde aansluitkabels door de kabelschroefverbindingen voeren en beves-
tigen. Sluit de aders overeenkomstig het aansluitschema op de klemmenstrook aan.
Neem het klemnummer over van het overzicht van de aansluitingen in de afdekking.
LET OP! Afgeschermde aansluitkabels gebruiken! Afscherming aan één zijde plaat-
sen!
LET OP! Let op de juiste polariteit van de druksensor! Geen actieve druksensor aan-
sluiten.
LET OP
Koppel geen externe spanning!
Een aangebrachte externe spanning vernielt het onderdeel.
Het watergebrekniveau (droogloopbeveiliging) kan aanvullend door een vlotter of druk-
schakelaar worden bewaakt:
▪ Contact open: Droogloop
▪ Contact gesloten: geen droogloop
De klemmen zijn af fabriek met een brug uitgerust.
Ter plaatse gelegde aansluitkabels door de kabelschroefverbindingen voeren en beves-
tigen. Verwijder de brug en sluit de aders overeenkomstig het aansluitschema op de
klemmenstrook aan. Neem het klemnummer over van het overzicht van de aanslui-
tingen in de afdekking.
nl
577