B&W CDM SNT El Manual Del Propietario página 13

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 8
In de doos vindt u behalve deze
gebruiksaanwijzing:
•8 zelfklevende rubber voetjes
•1 Internationaal garantieboekje
AANSLUITEN
(Figuur 2 en 3)
Voordat u ook maar iets gaat aansluiten, moet u
alle apparatuur UIT schakelen!
Er zijn twee paar vergulde aansluitklemmen op
het achterpaneel: een paar voor de
laag/middeneenheid en een paar voor het
hoog. De luidspreker kan hierdoor volgens de
BiWiring of Bi-Amping methode worden
aangesloten. Af fabriek zijn de twee paar
doorverbonden met een verbindingsplaatje van
verguld koper zodat de luidspreker met een
normale 2-aderige kabel kan worden gebruikt.
De beste verbinding krijgt u door de gestripte
'kale' kabeluiteinden onder de aansluitklemmen
te bevestigen.
De positieve (+/rode) klem van de versterker
moet u aansluiten op de positieve (+/rode) klem
van de luidspreker en de negatieve (–/zwart) op
de andere luidsprekerklem. Het is belangrijk om
de juiste polariteit te handhaven bij het
aansluiten van een luidsprekerpaar. Een foutje
veroorzaakt een vaag stereobeeld en vreemde
fase-effekten.
Als u de luidspreker volgens de Bi-Wiring
methode wilt aansluiten, draai dan eerst alle
klemschroeven los en verwijder het koperen
verbindingsplaatje. Verbind een
luidsprekeruitgang van de versterker nu met twee
aparte 2-aderige kabels met de klemschroeven
van een luidspreker: een kabel voor het hoog en
een voor het laag. Hierbij is de juiste polariteit
dubbel zo belangrijk: zowel voor de
frequentieweergave van elke luidsprekereenheid
op zich als de juiste balans tussen de linker en
rechter luidspreker. Door de aparte kabels
verbetert de weergave van geluidsdetails vooral
bij lagere geluidsvolumes. De onderlinge
beïnvloeding tussen de verschillende
wisselfiltersekties wordt namelijk verminderd en
bovendien kan voor elk frequentiegebied de
meest optimale kabel worden gekozen.
Gebruik tussen versterker en luidsprekers kabels
met een zo laag mogelijke serieweerstand (het
liefst minder dan 0,2 ohm heen en terug). De
kabel naar de hoogeenheid moet bovendien ook
een lage inductie hebben anders wordt het hoog
verzwakt. Uw B&W-leverancier kan u hierbij
adviseren: de beste kabel hangt namelijk af van
de te gebruiken lengte.
PLAATSING
Bevestig de montagebeugel pas op de muur,
nadat u de optimale positie voor de luidspreker
heeft bepaald.
Vervormen van TV-beelden
LET OP: De luidspreker heeft een statisch
magnetisch veld dat ook buiten de behuizing
aanwezig is. Daarom moet de luidspreker op
tenminste 0,5 m afstand staan van alle
apparatuur die beïnvloed kan worden door zo'n
veld, zoals bijvoorbeeld het beeldscherm van TV
en computer, floppy disks, videobanden, credit
cards, etc.
Daarom is de CDM™SNT alleen maar geschikt
als middenluidspreker bij een grootbeeldscherm,
een plasmascherm of een LCD-scherm welke
ongevoelig zijn voor magnetische velden.
Home Theater
Er zijn twee manieren om surround-geluid weer te
geven. Bij oudere films is de surround-informatie
slechts op een kanaal opgenomen. De weergave
hiervan gaat het beste met een erg ruimtelijke,
alles-omhullende weergave van de surround-
luidsprekers zonder een nauwkeurige
positionering te bereiken voor de geluiden van
achteren en opzij. De moderne 5.1-kanaals
opnamen van film en audio hebben echter aparte
surround-kanalen voor links en rechts zodat de
positionering duidelijk beter is. Desondanks is die
positionering nooit zo nauwkeurig als voor de
linker en rechter voorluidsprekers. Aangehouden
noten worden beter tussen de luidsprekers
geplaatst dan korte percussieve klanken. Deze
hebben de neiging om naar één van de
luidsprekers te 'trekken'. Het is ook moeilijk om
voor elke luisteraar een optimale
geluidspositionering te garanderen, zeker
wanneer het luistergebied een belangrijk deel
uitmaakt van de ruimte tussen de vijf luidsprekers.
Een stabiel geluidsbeeld is sterk afhankelijk van
de optimale onderlinge balans tussen de vijf
luidsprekers en de 'hot spot' is hier zelfs nog
geprononceerder dan bij stereo.
Dit alles betekent wel dat de vraag of u de door
de producer bedoelde surround-weergave met
succes kunt reproduceren sterk afhangt van de
huiselijke beperkingen. Dus bijvoorbeeld hoeveel
vrijheid u heeft om elke luidspreker op de
optimale plaats te zetten en hoe groot het
beoogde luisterpubliek is in verhouding tot de
luisterruimte.
Er is geen industrienorm voor de onderlinge hoek
waaronder de surround-luidsprekers moeten
staan. De meeste opnames worden echter
gemaakt met de luidsprekers op 110° tot 130°
ten opzichte van de middenluidspreker. Plaats de
luidsprekers tegen een muur onder ongeveer deze
hoek en zet ze op een tijdelijke ondersteuning
zodat de hoogeenheden op oorhoogte staan.
Hieruit volgt dan dat de luidsprekers of tegen de
zijmuur of tegen de achtermuur komen te staan.
Luistert u in stoelen met een hoog doorlopende
rugleuning of als er andere zaken zijn waardoor
de luidsprekers afgeschermd kunnen worden, dan
kunt u ze beter iets hoger plaatsen. Goede
resultaten zijn mogelijk tot zo'n 60 cm boven
oorhoogte.
Als alle luidsprekers op hun plaats staan, moet u
het resultaat gaan beluisteren. Gebruik daarvoor
veel verschillend materiaal – zoals 5.1-kanaals
audio, films, actiefilms, etc. – en elke mogelijke
luisterpositie. Let daarbij vooral op de surround-
weergave en de stabiliteit van het geluidsbeeld.
Als het geluidsbeeld niet goed is (op de uiterste
luisterposities 'trekt' het bijvoorbeeld naar een
bepaalde luidspreker) of als u de luidsprekers niet
kwijt kunt binnen het geadviseerde gebied, dan
is het wellicht beter om te kiezen voor een meer
diffuus geluidsbeeld. Dit geeft in moeilijke
omstandigheden vaak een betere resultaat.
Verander de onderlinge hoek van de luidsprekers
zodat ze niet direct in het luistergebied stralen.
Het kan ook helpen om de luidsprekers duidelijk
boven oorhoogte te plaatsen (figuur 5).
Zodra u uiteindelijk de optimale plaatsen hebt
gevonden kunt u de luidsprekers permanent
bevestigen.
Als middenluidspreker:
De ideale plaats voor een (midden)luidspreker is
precies op de centrale as van het beeldscherm
(mits deze akoestisch transparant is). In andere
gevallen (zoals bij een TV met een normaal of
breedbeeldscherm) kan de luidspreker vlak boven
of onder het scherm worden geplaatst. Kies altijd
díe positie waarbij de luidspreker op oorhoogte
staat. Houd de voorkant van de luidspreker gelijk
aan de voorkant van het scherm.
Als linker en rechter voorluidspreker:
Plaats de luidsprekers op 0,5 tot 1 m van de
zijkant naast het scherm.
Als de middenluidspreker achter een transparant
scherm staat, plaats de linker en rechter
voorluidsprekers dan op exact dezelfde hoogte.
Staat de middenluidspreker echter boven of
onder het scherm, zet de voorluidsprekers dan
ergens tussen het midden van het scherm en de
middenluidspreker. Richt de luidsprekers uit voor
een zo realistisch mogelijk en stabiel
geluidsbeeld.
Voor een zo realistisch mogelijk geluidsbeeld is
het belangrijk om de luidsprekers onderling in
balans te brengen en om de grootte van het
geluidsbeeld aan te passen bij dat van het
beeldscherm. Met een kleiner scherm kan het
beter zijn om de linker en rechter luidsprekers
dichter bij elkaar te zetten dan u voor gewoon
stereo zou doen.
Regel de niveaus van de drie voorluidsprekers zo
af dat geluiden die van links naar rechts
bewegen (en andersom...) vloeiend van de een
naar de ander lopen. En regel de surround-
luidsprekers zo af dat ze niet uw aandacht
trekken, behalve bij speciale effecten.
Om de optimale instelling te bereiken moet u wel
op alle posities luisteren.
Raadpleeg voor het inregelen van de
geluidsniveaus ook de gebruiksaanwijzing van de
decoder.
Stereo
Plaats de luidsprekers zodanig dat de
hoogeenheden op oorhoogte staan.
Goede uitgangspunten zijn (figuur 4):
•De luidsprekers en de luisterpositie moeten
ongeveer de hoekpunten vormen van een
gelijkzijdige driehoek.
•De luidsprekers moeten wel op tenminste 1,5 m
afstand van elkaar staan, anders is geen echte
stereoweergave mogelijk.
11
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido