b8 Servicemodus
0= bedieningsveld vrij, menupunten verstelbaar
1= bedieningsveld geblokkeerd, menupunten niet
verstelbaar
2= gegevensuitgave (extra kaart)
Instelling alleen mogelijk als stekker NOODSTOP
(1, groen) en fotocel (2, geel) er uitgehaald zijn.
b9 Rittenteller: 8 cijfers worden twee maal achter elkaar
met „-" ervoor weergegeven.
Voorbeeld: -00008000 geeft aan:
8.000 ritten
C0 Testmodus voor Magic-Door-Control (optie)
Radiosignaal, maximaal 15 seconden:
0= geen signaal
1= eindstand OPEN
2= eindstand DICHT
3= opengaan
4= dichtgaan
5= staat op traject
7= fout
8= obstakel
1)
Als de krachttoevoer (A5, A6) >3 en/of de
automatische sluiting (b4) op AAN (>0) is ingesteld,
mag de deur alleen met een extra veiligheidsinrichting
worden gebruikt.
19 Reset
LET OP: Na de reset is er geen bescherming meer
door krachtuitschakeling! Lees vóór het weer in
gebruik nemen de deuraandrijving opnieuw in. Daartoe
Deuraandrijving inlezen (Hoofdstuk 15) uitvoeren.
Reset (opgeslagen waarden van de programmering)
Tijdens 1 van de 3 statusmeldingen A, B of C (zie Hoofdstuk
10) gelijktijdig toetsen
en menu
en korter dan 10 seconden indrukken. Het lampje knippert (r),
dan wordt de statusmelding weergegeven; de reset is
uitgevoerd.
De handzenders worden niet gewist.
Reset, fabrieksinstelling
• Stekker (1) eraf trekken.
• Tijdens 1 van de 3 statusmeldingen A, B of C (zie 10)
gelijktijdig de toetsen
seconden indrukken. Het lampje knipper eerst langzaam,
dan sneller (rES). Dan verschijnt weer de statusweergave,
de reset is uitgevoerd.
De onder Programmering (Hoofdstuk 18) weergegeven
waarden zijn ingesteld. De handzenders worden niet
gewist.
52 / 208
langer dan 8 seconden
en menu
langer dan 12
0
20 Extra veiligheidsvoorzieningen
aansluiten
Fotocel
Functie: Bij gebruik van de veiligheidsingang (contact wordt
geopend) stopt de aandrijving en gaat terug naar de
eindstand OPEN.
Als bovendien de functie "Automatisch sluiten" is geactiveerd,
gaat de aandrijving na de 3e opeenvolgende obstakelmelding
naar de positie Eindstand OPEN en schakelt uit.
0
Aansluiting: Trek de stekker met gele brug op de externe
aansluiting A 2 los en bewaar deze. Veiligheidsinrichting erop
steken.
Veiligheidsstrip, optosensor
waarschuwingslampje
uitbreidingsmodules aangesloten.
Noodstop
Functie: als de aangesloten veiligheidsvoorziening tijdens
het dichtgaan van de deur geactiveerd wordt (contact
geopend, dan stopt de deur onmiddellijk. Na het sluiten van
het noodstopcontact kan de deuraandrijving met de volgende
impuls weer in beweging gezet worden.
Aansluiting: trek de stekker met groene brug op de externe
aansluiting 5 los en bewaar deze. Veiligheidsinrichting erop
steken.
21 Extra aansluitingen
Extra verlichting
Het aansluiten mag alleen door een erkend elektricien
worden uitgevoerd. Naast het aandrijvingslampje (40 W) kan
een extra verlichting van max. 60 W (geen TL-buis) op de
klemmen 1 en 2 worden aangesloten.
Notitie: sommige energiespaarlampen kunnen het
radiosignaal storen.
Externe impulsingang
Aan de klemmen 18 en 19 kan een extern impulssignaal (bijv.
wandtoets) worden aangesloten.
Extra antenne
Aan de klemmen 21 en 20 (GND) kan een externe antenne
worden aangesloten werden. De interne antenne (klem 21)
moet worden afgeklemd.
19
20
21
Afbeelding: Besturingsprintplaat. Zie ook pagina 164.
N000924 12/2010
en
worden d.m.v.
18
2
1
Magic 600