De klittenband op de gevoerde strook naar boven gericht laten, het tegenovergestelde uiteinde van de buikriem plooien
en hierbij de klittenband naar binnen geplooid laten.
De geplooide riem in het gat "A" steken (Fig. 5) en naar buiten trekken langs de achterkant van de draagwieg [de riem
moet respectievelijk gaan door de spleetopening van het matrasje, die van de stof en in de opening van de opbouw gaan].
Vervolgens de riem langs de buitenkant van de draagwieg naar de binnenkant in het gat "B" steken [de riem moet
respectievelijk door het gat van de opbouw, de spleetopening van de stof en de spleetopening van het matrasje gaan]
(fig.6).
Verifiëren of men de gordel correct heeft ingevoerd, de klittenband van de gevoerde strook moet zich op de bovenkant
bevinden, de klittenband van de riem op de onderkant.
De gordel sluiten en hierbij de gordel met klittenband op de gevoerde strook plaatsen (Fig. 7).
LET OP! Verifiëren of de gordel niet opgerold is (Fig. 8).
Gespen voor autogordels
Om de twee gespen vast te maken aan de pinnen "A" geplaatst aan de uiteinden van de draagwieg (Fig. 9), iedere gesp in de
desbetreffende pin steken en erop duwen (Fig. 10) en hierbij de gesp naar beneden trekken tot men een klik hoort (Fig. 11).
Het correcte vastmaken verifiëren.
LET OP! De gespen NOOIT omgekeerd monteren! (Fig. 12)
VASTHECHTING VAN DE DRAAGWIEG IN DE AUTO:
EERSTE INSTALLATIE
Om de draagwieg aan de achterzetel vast te maken, moet men deze in het centrum plaatsen en vastmaken middels de
gordels van de twee buitenste plaatsen (Fig. 13). Indien de achterzetel van uw auto uitgerust is met een gordel met 3
punten ook in de centrale plaats, kan de draagwieg ook aan de zijkant worden gemonteerd, en op deze manier bezet ze de
centrale en de latarale plaats, vastgemaakt met de gordels van deze twee zetels (Fig. 14).
1. De twee autogordels uittrekken en vastmaken aan de respectievelijke gespen van de zetel (Fig. 15).
2. De rug van de draagwieg volledig naar beneden laten, horizontale stand, de enige stand van de rug die toegestaan is met
het gebruik van de draagwieg in een voertuig (zie gebruikshandleiding van de draagwieg).
3. Controleren of men de zijdelingse beschermende voering heeft geplaatst aan de kant van het hoofdeinde van de
draagwieg.
4. Controleren of men de buikriem correct heeft ingevoerd.
LET OP!
De draagwieg NOOIT in de auto gebruiken met de rug in de verticale stand!
De draagwieg NOOIT in de auto gebruiken zonder de laterale beschermende voering.
De draagwieg NOOIT in de auto gebruiken zonder de buikriem; het kind moet altijd met de buikriem zijn vastgemaakt,
ook voor korte reizen.
Indien men deze aanwijzingen niet volgt, garandeert het product NIET de geschikte veiligheid met zware risico's voor de
ongedeeerdheid van het kind in geval van botsingen.
5. De draagwieg op de zetel plaatsen in de richting van de lengte (Fig. 16), controleren of ze goed aansluit op de zetel.
6. De volgende operaties uitvoeren om, langs beide kanten, de gespen correct op de draagwieg te installeren:
- de autogordel vastgrijpen en een spleetopening creëren (Fig. 17).
- de gesp van de draagwieg vastgrijpen en de rode balk van de gesp naar beneden draaien (Fig. 18).
De spleetopening van de gordel die men gemaakt heeft in de gesp steken (Fig. 19) en de rode balk naar de beginstand
draaien, zodanig dat deze in de binnenkant van de spleetopening komt (Fig. 20).
De autogordel naar de oproller trekken, en hierbij de draagwieg tegen de zetel drukken (Fig. 21).
LET OP! Verifiëren of de draagwieg goed aansluit op de zetel.
LET OP! Verifiëren of de gordels goed gespannen zijn (Fig. 22).
HET KIND IN DE DRAAGWIEG ZETTEN
De buikriem openen, door aan de buitenste riem te trekken (Fig. 23).
Het kind in de draagwieg leggen (Fig. 24).
Over de taille van het kind eerst de gevoerde strook van de gordel laten gaan en vervolgens de klittenband van de
bandjes samenbrengen en hierbij de riem zonder voering op de gevoerde strook plaatsen (Fig. 25). De buikriem moet
zodanig geregeld zijn dat hij aansluit op de taille van het kind, maar zonder teveel aan te spannen (Fig. 26).
HET KIND WEGNEMEN
De buikriem van de draagwieg losmaken door te trekken aan de buitenste strook (Fig. 27).
3