Accu; Reiniging - Stiga MCS 470 Li 80 Serie Manual De Instrucciones

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 142
7.2

ACCU

7.2.1
Autonomie van de accu
De autonomie van de accu (en dus de oppervlakte
van de gazon die bewerkt kan worden alvorens de
accu weer op te laden) hangt hoofdzakelijk af van:
a.
Omgevingsfactoren, die leiden tot
een grotere energiebehoefte:
– Maaien bij dik, hoog, vochtig gras.
b.
Maaibreedte van de machine ; des te groter de
maaibreedte, des te hoger het energieverbruik.
c.
Gedrag van de bediener, die de
volgende punten moet vermijden:
– De machine vaak aan- en uit te
schakelen tijdens het werken.
– Een te lage maaihoogte ten opzichte
van de condities van het gras.
– Een te hoge voortbewegingssnelheid vergeleken met
de hoeveelheid gras die gemaaid moet worden.
OPMERKING Tijdens het werk, is de accu
tegen volledige ontlading beschermd door
een beschermingssysteem dat de machine
uitschakelt en de werking ervan blokkeert.
Om de autonomie van de accu te
optimaliseren, raadt men aan:
– Het gras te maaien wanneer de gazon droog is.
– Het gras vaak te maaien om te
vermijden dat het tè hoog groeit.
– Een hogere maaihoogte in te stellen wanneer
het gras hoger staat en een tweede maaibeurt
uit te voeren op een lagere hoogte.
– De machine niet te gebruiken in functie
"mulching" wanneer het gras zeer hoog staat.
– De functie "Eco" gebruiken (par. 5.3.4).
Indien men de machine met langere werkbeurten
wenst te gebruiken dan wat mogelijk is
met de standaard-accu, kan men:
– Een tweede standaard-accu kopen om de
platte accu onmiddellijk te vervangen, zonder
de continuïteit in het gedrang te brengen.
– Een accu kopen met grotere autonomie
dan de standaard-accu (par. 15.1).
7.2.2
Controlelampjes voor verminderde
autonomie van de accu (indien voorzien)
Op de motorkap zijn er controlelampjes
voorzien die, tijdens het werk aangaan en
knipperen wanneer het niveau van de autonomie
van de accu zeer laag is (afb.26.0).
E zijn twee waarschuwingsdrempels voorzien:
1.
Traag knipperen (om de twee seconden): on-
geveer 15 % van de autonomie beschikbaar.
2.
Snel knipperen: ongeveer 10% van
de autonomie beschikbaar.
Deze waarden zijn indicatief en hebben betrekking
op normale maaicondities (par. 7.2.1).
In de modellen met steel type "II"/"III"
Wanneer de accu leeg is, geeft de machine
een zoemend geluid en staat de indicator
van de resterende lading op 0%.
Stop de machine (par. 6.5) en laad de
accu volledig op (par. 7.2.3).
7.2.3
Verwijdering en opladen van de accu
1. Open het luikje voor toegang tot de holte van de
accu en verwijder de contactsleutel.
2.
Druk op het zijdelings lipje in de holte van de accu
(afb.29.A) en verwijder de accu (afb.29.B).
3.
Plaats de accu (afb.29.B) in de hui-
zing van de acculader (afb.29.C).
4.
Verbind de acculader aan een stopcon-
tact, met een spanning die overeenstemt
met wat aangegeven is op het plaatje.
5.
Laad de accu volledig op en volg hierbij de
aanwijzingen die in het instructieboekje van
de accu /acculader aangegeven zijn.
OPMERKING De accu is voorzien van een
bescherming die de herlading ervan verhindert indien
de omgevingstemperatuur niet tussen 0 en +45°C is.
OPMERKING De accu kan op eender
welk moment, ook gedeeltelijk, opgeladen
worden, zonder risico op beschadiging.
7.2.4
Hermontage van de accu op de machine.
Na volledig opladen:
1. Verwijder de accu uit zijn huizing in de acculader
(vermijd de accu te lang in de oplader te laten, na
vervollediging van de lading).
2.
Ontkoppel de acculader van het elektrisch netwerk.
3.
Open het luikje voor toegang tot de accuhol-
te (afb.30.A), plaats de accu (afb.30.B) in zijn
huizing door deze er stevig in te duwen tot u de
"klik" hoort die de accu in zijn positie blokke-
ert en het elektrisch contact verzekert.
4.
Hersluit het luikje volledig.
7.3

REINIGING

Reinig de machine na ieder gebruik
volgens de volgende aanwijzingen.
7.3.1
Reiniging van de machine
• Verzeker u er steeds van dat de
luchtgaten vrij zijn van afval.
• Gebruik geen waterstralen en vermijd de motor en
de elektrische onderdelen nat te maken (afb.31.0).
• Gebruik geen agressieve vloeistoffen
voor de reiniging van het chassis.
• Houd de machine, en in het bijzonder de motor
vrij van resten gras, bladeren of teveel vet, om het
risico op brand tot een minimum te herleiden.
NL - 10
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido