HP CF404A Manual De Instrucciones página 9

Ocultar thumbs Ver también para CF404A:
macOS: Nadat het accessoire is geïnstalleerd, wordt de lijst met geïnstalleerde opties normaal gezien automatisch bijgewerkt tijdens de eerste
NL
afdruktaak. Zo niet, dan voert u de volgende stappen uit:
1. Klik op
Systeemvoorkeuren
2. Selecteer
Afdrukken en scannen
3. Selecteer de printer, klik op de knop
4. Configureer het accessoire handmatig.
Windows® 7, 8 en 8.1, en Windows 10: Het afdrukstuurprogramma detecteert normaal gezien automatisch het toegevoegde accessoire wanneer
een afdruktaak wordt verzonden naar de printer. Als het accessoire niet wordt gedetecteerd door het afdrukstuurprogramma nadat een afdruktaak
is verzonden, kan het accessoire handmatig worden geïnstalleerd door deze stappen uit te voeren:
1. Open het Configuratiescherm.
• In Windows 7 klikt u op het pictogram
• In Windows 8 en 8.1 scrolt u naar de linkerbenedenhoek van het scherm, klikt u met de rechtermuisknop op het Windows-logopictogram
dat wordt weergegeven, en selecteert u vervolgens Configuratiescherm.
• In Windows 10 klikt u op het zoekvak linksonder op de taakbalk
u op Configuratiescherm
2. Onder
Hardware en geluiden
3. Klik met de rechtermuisknop op de naam van de printer en selecteer vervolgens
4. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
5. In de sectie
Installeerbare opties
Voor producten die XP/Vista ondersteunen, gebruikt u deze stappen (alleen M477, M377 en M452):
1. Zorg ervoor dat de printer ingeschakeld is en verbonden is met de computer of het netwerk.
2. Open het Windows Start-menu en klik vervolgens op
3. Klik met de rechtermuisknop op de naam van deze printer en selecteer
4. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
5. Klik op de sectie
Installeerbare
6. In de vervolgkeuzelijst naast
configureert u het accessoire handmatig door de passende categorie te openen en het accessoire te selecteren.
macOS: pärast tarviku installimist peaks installitud suvandite loend esimese prinditöö käigus automaatselt uuenema. Kui mitte, toimige järgmiselt.
ET
1. Klõpsake Apple'i menüüs nuppu
2. Tehke valik
Print & Scan
3. Valige printer, klõpsake nuppu
4. Konfigureerige tarvik käsitsi.
Windows® 7, 8 ja 8.1 ning Windows 10. Prinditöö printerisse saatmisel peaks prindidraiver lisatud tarviku automaatselt tuvastama.
Kui prindidraiver pole pärast prinditöö saatmist tarvikut tuvastanud, saab tarviku installida käsitsi, järgides alltoodud juhiseid.
1. Avage Control Panel (Juhtpaneel).
• Klõpsake op-s Windows 7 ikooni
• Op-s Windows 8 ja 8.1 kerige ekraani vasakusse alanurka, paremklõpsake kuvatavat akna ikooni
• Op-s Windows 10 klõpsake all vasakul tegumiriba otsinguvälja
tulemite loendis valikut
2. Menüüs
Hardware and Sound
3. Paremklõpsake printeri nime ja valige seejärel
4. Klõpsake vahekaarti
5. Installige jaotises
Installable Options
Toodet puhul, mis toetavad op-i XP/Vista, kasutage järgmisi etappe (ainult M477, M377 ja M452).
1. Veenduge, et printer oleks sisse lülitatud ja arvuti või võrguga ühendatud.
2. Avage menüü Windows
(või operatsioonisüsteemis XP
3. Paremklõpsake selle printeri nime ja valige
4. Klõpsake vahekaarti
5. Klõpsake jaotist
Installable Options
6. Suvandi
Automatic Configuration
Update Now (Värskenda nüüd). Kui kasutate USB-ühendust, avage sobiv kategooria, valige tarvik ja konfigureerige see käsitsi.
in het Apple-menu.
(of
Printers en
scanners).
Opties en toebehoren
Start
en klikt u vervolgens op Configuratiescherm.
in de lijst met resultaten.
selecteert u
Apparaten en printers
installeert u het accessoire handmatig door de passende categorie te openen en het accessoire te selecteren.
opties.
Automatische configuratie
System Preferences
(Printimine ja skannimine) (või
Options & Supplies
Start
ja seejärel klõpsake valikut
Control Panel
(Juhtpaneel).
(Riistvara ja heli) valige
Printer Properties
Device Settings
(Seadme sätted).
(Installitavad suvandid) tarvik käsitsi, avades sobiva kategooria ja valides tarviku.
Start
(Windowsi avakuva) ja klõpsake siis valikut
Printers and Faxes
Printer Properties
Device Settings
(Seadme sätted).
(Installitavad suvandid).
(Automaatne konfigureerimine) kõrval olevast rippboksist valige rippmenüü noole abil
en selecteer vervolgens het tabblad Opties.
weergeven.
Apparaten en printers
(of
Printers en faxapparaten
Eigenschappen van printer
selecteert u
Nu bijwerken
(Süsteemieelistused).
Printers & Scanners
(Printerid ja skannerid)).
(Suvandid ja tarvikud) ja seejärel valige vahekaart
Control Panel
View devices and printers
(Printeri atribuudid).
Devices and Printers
(Printerid ja faksiaparaadid)).
(Printeri atribuudid) (või op-s XP
9
en typt u Configuratiescherm. Vervolgens klikt
Eigenschappen van
printer.
bij XP).
(of
Eigenschappen
met de vervolgkeuzepijl. Als u een USB-verbinding gebruikt,
Options
(Suvandid).
(Juhtpaneel).
ja seejärel tehke valik
, tippige
Control panel
(Juhtpaneel) ja seejärel klõpsake
(Seadmete ja printerite kuva).
(Seadmed ja printerid)
Properties
(Atribuudid)).
bij XP).
Control Panel
(Juhtpaneel).
loading