HET ONDERHOUD VAN DE DEUROPENER
Als de opener goed geïnstalleerd is, zal hij uitstekend werken met een
minimum aan onderhoud. De opener hoeft niet extra gesmeerd te
worden.
Het afstellen van de kracht en de eindstanden: Deze moeten
tijdens de installatie van de opener goed afgesteld en gecontroleerd
worden. Hiervoor is alleen een schroevedraaier nodig.
Weersomstandigheden kunnen lichte veranderingen in de werking van
de deur teweegbrengen waardoor bijstelling nodig is, vooral in het
eerste jaar dat de opener in gebruik is.
Zie de instructies voor de afstelling van de kracht en de eindstanden
op pagina's 4-5. Volg deze instructies zorgvuldig op en herhaal de
veiligheidstest na elke bijstelling.
Afstandsbediening: De draagbare afstandsbediening kan met de
bijgeleverde klem aan de zonneklep bevestigd worden. Extra
afstandsbedieningen kunnen te allen tijde aangeschaft worden voor
de andere auto's die de garage gebruiken. Zie het gedeelte
Accessoires. De ontvanger moet geprogrammeerd worden om met
elke nieuwe afstandbediening te werken.
Batterij van de afstandsbediening: De lithiumbatterijen horen tot 5
jaar lang energie te produceren. Als het licht zwak wordt of niet
aangaat, moet de batterij vervangen worden. Als het zendbereik van
de afstandsbediening kleiner wordt, controleer dan het
batterijcontrolelampje.
Zo vervangt u de batterij: Om de batterijen te vervangen, gebruikt u
de klepbeugel of het blad van een schroevendraaier om de kast zoals
getoond. Leg in de batterijen met de pluspool naar boven. Om de
deksel terug te zetten, klikt u deze aan beide kanten vast. Gooi de
oude batterij niet met het huisvuil weg. Breng gebruikte batterijen naar
een speciaal inzamelingspunt.
CONTROLE VAN DE DEUROPENER
Maandelijks onderhoud:
• Herhaal de veiligheidstest. Corrigeer zonodig de afstellingen.
• Bedien de deur met de hand. Als hij niet goed uitgebalanceerd is of
klemt, laat er dan een garagedeurspecialist naar kijken.
• Controleer of de deur volledig opent en sluit. Corrigeer zonodig de
afstellingen van de kracht en/of eindstanden.
Jaarlijks onderhoud:
Smeer de deurrollers, lagers en scharnieren. De geleiderails van de
deur niet invetten. De deur hoeft niet extra gesmeerd te worden.
114A1910M-NL
PROBLEMEN OPLOSSEN
1. Opener werkt niet, noch met de verlichte bedieningsknop, noch
met de afstandsbediening:
• Staat er stroom op de opener? Sluit een lamp aan op het
stopcontact. Als hij niet aangaat, controleer dan de zekeringskast of
de stroomonderbreker. (Bij sommige stopcontacten wordt de
stroomtoevoer door een muurschakelaar geregeld.)
• Heeft u alle deursloten buiten werking gesteld? Bekijk de
waarschuwingen met betrekking tot de installatieaanwijzingen op
pagina 1 opnieuw.
• Heeft er zich ijs of sneeuw onder de deur opgehoopt? Of misschien
is de deur vastgevroren. Verwijder eventuele belemmeringen.
• De veer van de garagedeur kan gebroken zijn. Laat deze vervangen.
• Herhaalde inwerkingstelling kan de beveiliging tegen overbelasting
van de motor in werking gesteld hebben. Wacht 15 minuuten en
probeer het opnieuw.
2. Opener werkt op de afstandsbediening maar niet op de
verlichte bedieningsknop:
• Is de bedieningsknop op de muur verlicht? Zo niet, maak de beldraad
los van de contacten op de opener. Maak kortsluiting tussen de rode
en witte contacten door beide contacten tegelijkertijd met een stukje
draad aan te raken. Als de opener werkt, controleer dan of er een
bedradingsfout is gemaakt bij de verlichte bedieningsknop of een
kortsluiting bij de krammetjes.
• Is de bedrading goed aangesloten? Zie pagina 4.
3. Deur werkt op de verlichte bedieningsknop maar niet op de
afstandsbediening:
• Controleer het batterijcontrolelampje. Vervang zonodig de batterij.
• Als u twee afstandsbedieningen heeft en er werkt er maar één, neem
dan de procedures voor het programmeren van de ontvanger op
pagina 5 opnieuw door. Alle afstandsbedieningen moeten op
dezelfde code zijn ingesteld.
• Knippert de bedieningsknop op de muur? De ontvanger op de
opener moet de code van de afstandsbediening opnieuw registreren.
Volg de instructies op pagina 5.
4. Afstandsbediening heeft maar een kort bereik:
• Is de batterij geïnstalleerd? Controleer het batterijcontrolelampje. Als
het licht zwak brandt, moet de batterij vervangen worden.
• Bewaar de afstandsbediening op een andere plaats in de auto.
• Het transmissiebereik is minder bij metalen garagedeuren, deuren
met een metalen isolatielaag of bij metalen wanden.
• Controleer of de antenne volledig over het plafond is uitgerold.
5. De deur keert zonder aanwijsbare reden om en het lichtje op de
opener knippert niet:
• Wordt de deur ergens door belemmerd? Trek aan de
noodontkoppelingshandgreep. Bedien de deur met de hand. Als de
deur klemt of slecht uitgebalanceerd is, haal er dan een
garagedeurspecialist bij.
• Verwijder eventueel sneeuw of ijs van de garagevloer onder de deur.
• Neem de afstelling van de kracht opnieuw door.
• Als de deur vanuit de volledig gesloten stand vanzelf weer opengaat,
verminder dan de eindstanden.
Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest.
Het is normaal dat de kracht en de eindstanden af en toe
bijgesteld moeten worden. De werking van de deur kan met name
door weersomstandigheden beïnvloed worden.