Aanwijzingen voor de draadloze interface
■
WAARSCHUWING! Houd het apparaat op minstens 20 cm
afstand van een pacemaker of geïmplanteerde defibrillator,
omdat anders de werking van de pacemaker of van de geïmplan-
teerde defibrillator kan worden beïnvloed door de radiogolven.
■
De radiogolven kunnen storende geluiden veroorzaken in ge-
hoorapparaten.
■
Breng het apparaat, als de radiografische component is inge-
schakeld, niet in de buurt van ontvlambare gassen of in een
omgeving waar explosiegevaar heerst (bijv. spuiterijen), omdat
de radiogolven een explosie of brand kunnen veroorzaken.
■
Het bereik van de radiogolven is afhankelijk van milieu- en
omgevingsomstandigheden.
■
Bij gegevensverkeer via een draadloze verbinding bestaat de
kans dat ook onbevoegden de gegevens kunnen ontvangen.
WK 8 B3
NL │ BE
│
193
■