Nederlands
in de pomp aanwezig is. Uit hygiënische
overwegingen verdient uitvoeren van een
spoeling voor het aansluiten van de pomp op een
drinkwaternet aanbeveling.
6.2 Vullen en ontluchten
VOORZICHTIG! Pomp nooit, ook niet
kortstondig, droog laten lopen.
Pomp in toeloopbedrijf (fig. 2)
- Afsluiter aan de perszijde sluiten (3),
- Ontluchting (5) openen, afsluiter aan de
aanzuigzijde (2) openen en de pomp volledig
vullen.
Ontluchting pas nadat er water uittreedt en de
pomp volledig is ontlucht sluiten.
GEVAAR! Voorzichtig met heet water - een
hete waterstraal kan uit de
ontluchtingsopening komen. Neem geschikte
maatregelen ter bescherming van personen en
motor.
Pomp in aanzuigbedrijf
Twee mogelijkheden voor het vullen van de
pomp:
1e mogelijkheid (fig. 5-1) :
- Afsluiter aan de perszijde sluiten (3), afsluiter aan
de aanzuigzijde openen (2).
- Ontluchtingsplug verwijderen (5)
- Onderste aftapplug op het pomphuis (6)
losmaken (ca. 4 tot 5 slagen).
- M.b.v. een in de ontluchtingsopening geplaatste
trechter de pomp en de aanzuigleiding volledig
vullen.
- Wanneer water uittreedt en er geen lucht meer in
de pomp aanwezig is, is het vullen afgerond.
- Ontluchtingsplug en onderste aftapplug weer
opschroeven.
2e mogelijkheid (fig. 5-2) :
Het vullen kan worden vereenvoudigd door in de
aanzuigleiding van de pomp een verticale buis
Ø 1/2" te installeren die is uitgevoerd met een
afsluiter en een trechter.
Het bovenste einde van de buismoet zich
minimaal 50 mm boven de ontluchtingsopening
bevinden.
- Afsluiter aan de perszijde sluiten (3), afsluiter aan
de aanzuigzijde openen (2).
- Afsluiter en ontluchting openen.
- Onderste aftapplug op het pomphuis (6)
losmaken (ca. 4 tot 5 slagen).
- Aanzuigleiding en pomp volledig vullen tot water
uit de ontluchtingsopening komt (5).
- Afsluiter sluiten (deze kan blijven staan), leiding
verwijderen, ontluchting (5) sluiten, aftapplug (6)
weer opschroeven.
Droogloopbeveiliging
Om een onbedoeld drooglopen van de pomp te
voorkomen verdient een droogloopbeveiliging via
een vlotterschakelaar of drukschakelaar
aanbeveling.
26
6.3 Controle motordraairichting
- Goede gangbaarheid van de pomp door draaien
van de as (aan de ventilatorzijde) met behulp van
een vlakke schroevendraaier.
3-fase motor:
- Schakel de motor in door kort indrukken van de
scheidingsschakelaar en controleer, of deze
draait in de richting die op de plaat van de pomp
staat aangegeven.
- Wanneer dit niet het geval is, dan moeten de
beide fasen van de draaistroommotor op de
motorklem of schakelaar worden omgewisseld.
1-fase motor:
Eenfasemotoren en regelbare reductormotoren
zijn zodanig ontworpen, dat deze altijd in de
goede draairichting lopen.
Deze is af fabriek gegeven en onafhankelijk van
de netaansluiting.
6.4 Start
GEVAAR! Afhankelijk van de temperatuur van
het medium en de functiecycli van de pomp kan
de oppervlaktetemperatuur (pomp, motor)
hoger worden dan 68 °C. Eventueel moeten
benodigde persoonlijke beveiliging worden
geïnstalleerd.
VOORZICHTIG! Bij nuldoorstroming (afsluiter aan
de perszijde gesloten) mag de pomp bij koud
water (T < 40 °C) niet langer dan 10 minuten
draaien; bij warm water (T > 60 °C) niet langer
dan 5 minuten.
Het verdient aanbeveling een minimaal debiet
van tenminste 10 % van het nominale debiet van
de pomp aan te houden, om cavitatie in het
bovenste deel van de pomp te voorkomen.
- Afsluiter aan de perszijde gesloten houden.
- Pomp starten.
- Ontluchting openen, zodat de lucht kan
ontwijken. Indien na 20 seconden geen
gelijkmatige waterstraal uit de opening komt, de
ontluchting sluiten en de pomp stoppen.
20 seconden wachten, zodat de lucht zich kan
verzamelen.
- Pomp opnieuw starten.
- Indien nodig (bij aanzuighoogte > 5 m), procedure
herhalen.
- Wanneer uit de ontluchtingsopening een
gelijkmatige waterstraal komt (de pomp levert
dus druk), langzaam de afsluiter aan de perszijde
openen. De pomp moet nu hebben aangezogen.
- Stabiliteit van de druk met een manometer
controleren, bij drukvariaties opnieuw
ontluchten.
- Indien dit mislukt, de pomp opnieuw vullen en
procedure van voren af aan opnieuw beginnen.
- Voor het afsluiten van de ontluchting de afsluiter
aan de perszijde en de ontluchting sluiten. Pomp
20 seconden stoppen. Daarna pomp opnieuw
starten en ontluchting openen. Indien er lucht
ontsnapt, procedure opnieuw uitvoeren.
- Afsluiter aan de perszijde openen om het
gewenste werkpunt te bereiken.
WILO SE 05/2013