6. Bediening
6.1 Laden van de LI-accupack (fi g. 2-3)
1. De accupack (5) de handgreep uit trekken
terwijl u de grendelknop (6) omlaagdrukt.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
kenplaatje overeenkomt met de voorhanden
zijnde netspanning. Steek de netstekker van
de lader (8) het stopcontact in. De groene
LED begint te knipperen.
3. Schuif de accu op de lader.
Onder punt 10 (indicatie lader) vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie op de
lader.
Als het accu-pack niet kan opgeladen worden,
vergewis U zich dan dat de
•
netspanning aan het stopcontact voorhanden
is
•
en dat een perfect contact van de laadcon-
tacten van de oplader verzekerd is.
Als het laden van het accu-pack nog altijd niet
mogelijk is, gelieve dan
•
de oplader
•
en het accu-pack
aan onze service-afdeling te sturen.
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het aan te raden om tijdig voor het
herladen van de LI accupack te zorgen. Dit is
in ieder geval noodzakelijk wanneer u vaststelt
dat het vermogen van de accuschroevendraaier
vermindert.
6.2 Omschakelaar "schroeven/boren/klopbo-
ren" (fi g. 4, pos. 2)
Enkel in stilstand omschakelen!
Boren/schroeven:
Om te boren/schroeven knop (a) op de omscha-
kelaar (2) indrukken en tegelijkertijd de omscha-
kelaar (2) naar de schakelstand A draaien.
Klopboren:
Om te klopboren de knop (a) op de omschakelaar
(2) indrukken en tegelijkertijd de omschakelaar
(2) naar de schakelstand B draaien.
NL
Voorzichtig!
Voor het klopboren is slechts een geringe aan-
drukkracht nodig. Door een te hoge aandruk-
kracht wordt de motor onnodig belast. Boor regel-
matig controleren.
Een botte boor bijslijpen of vervangen.
6.3 Draairichtingsschakelaar
Met de schuifschakelaar boven de AAN/UIT-
schakelaar kunt u de draairichting van het toestel
instellen en het toestel beveiligen tegen onge-
wild inschakelen. U kunt kiezen tussen links en
rechts draaiend. Om een beschadiging van de
transmissie te voorkomen mag enkel in stilstand
van draairichting worden veranderd. Als de schu-
ifschakelaar zich in de tussenstand bevindt is de
AAN/UIT-schakelaar geblokkeerd.
Gevaar!
Om zichzelf en anderen niet in gevaar te
brengen mag de machine alleen aan de beide
handgrepen worden vastgehouden!
Zo niet kan bij het aanboren van kabels een elekt-
rische schok dreigen!
6.4 AAN/UIT schakelaar (fi g. 5, pos. 4)
Met de AAN/UIT-schakelaar kunt u het toerental
traploos regelen. Hoe verder u de schakelaar in-
drukt, des te hoger is het toerental van het toestel.
Inschakelen:
Aan/Uit-schakelaar (4) indrukken.
Uitschakelen:
Aan/Uit-schakelaar (4) loslaten.
6.5 Accucapaciteitsaanduiding (fi g. 6, pos. 7)
Druk op de schakelaar voor accucapaciteitsaan-
duiding (b). De accucapaciteitsaanduiding (7)
signaleert de laadtoestand van de accu aan de
hand van 3 LEDs.
Alle 3 LED's branden:
de accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden
De accu beschikt over een voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu.
- 57 -
www.sidirika-nikolaidi.gr
(fi g. 5, pos. 3)