LET OP! Gebruik alleen Nederman slangen.
1.
Verwijder de afdekplaat.
2.
Verwijder de bestaande oude slang.
3.
Breng de bestaande slangkoppeling op het eind van de nieuwe slang aan
en breng de nieuwe slang op het verbindingsstuk binnen in de trommel
aan.
LET OP! Voor de lengte van de slang van draaibare te klemmen, zie
figuur 3b.
4.
Bevestig de nieuwe slang met de slangklem (clip) op de trommel volgens
de afbeelding.
5.
Breng de dekplaat aan.
6.
Maak de veiligheidsgrendel vrij.
7.
Laat de slang zich terugtrekken door de trommel met de hand te
verdraaien. Zorg ervoor dat de slang gelijkmatig op de trommel wordt
verdeeld.
8.
Breng de slangaanslag in de gewenste positie aan, zie figuur 3c.
6.3
Palmechanisme
(Figuur 4 en 5)
De slanghaspel wordt geleverd met een palmechanisme dat de slang in de
gewenste uitgetrokken positie houdt. De pal zal ontkoppeld worden als de
slang een weinig verder wordt uitgetrokken en de slang daarna weer op de
trommel wordt gewikkeld.
LET OP! De slang dient bij het opnieuw oprollen zolang mogelijk met de hand
te worden begeleid.
De pal is in de fabriek aangebracht voor wandmontage van de haspel (Figuur
5/A). Bij het aanbrengen van de haspel tegen het plafond, moet de pal naar de
andere positie verplaatst worden. (Figuur 5/B,C).
LET OP! De pal moet na montage naar het midden van de haspel wijzen.
BELANGRIJK!
(Figuur 7)
Als de slang te ver van de haspel wordt getrokken, kan de pal per ongeluk
blokkeren. Hij kan als volgt vrijgemaakt worden.
1.
Grijp de plaat op het einde van de trommel vast en draai hem een weinig
in de uittrekrichting tot de pal vrijkomt.
2.
Terwijl u de eindplaat en de slang tegelijk vasthoudt, laat u ze langzaam
los tot de slang weer volledig is opgewikkeld.
3.
Breng de pal in de andere montagepositie aan.
Vacuum Hose Reel Series 881 EX
NL
109