8.1
REFERENTIES SCHAKELSCHEMA
Legenda en functies
Ref.
Wit verlichte indicator die de correcte werking van de hulpcircuits signaleert.
HL1
POWER
Verlichte oranje indicator (algemeen) die een alarm signaleert in geval van overdruk, onderdruk,
HL2
minimumniveau en bij ingreep van de amperometrische beveiliging van de elektropompen.
ALARM
Verlichte groene indicator die de voeding naar de elektropomp P1 of elektronische hoofdpomp
HL3
signaleert.
P1
Verlichte groene indicator die de voeding naar de elektropomp P2 signaleert.
HL5
P2
Verlichte groene indicator die de voeding naar de elektropomp P3 signaleert.
HL7
P3
Verlichte groene indicator die de voeding naar de elektropomp P4 signaleert.
HL9
P4
Verlichte oranje indicator die de ingreep van de amperometrische beveiliging van de elektropomp P1
HL4
of van de hoofdpomp signaleert.
ALARM
Verlichte oranje indicator die de ingreep van de amperometrische beveiliging van de elektropomp P2
HL6
signaleert.
ALARM
Verlichte oranje indicator die de ingreep van de amperometrische beveiliging van de elektropomp P3
HL8
signaleert.
ALARM
Verlichte oranje indicator die de ingreep van de amperometrische beveiliging van de elektropomp P4
HL10
signaleert.
ALARM
Omschakelaar voor de MANUELE-0-AUTOMATISCHE werking van iedere elektropomp waar:
SA1-SA2
SA3-SA4
HANDMATIG
AUTOMATISCH
NEDERLANDS
Functies (zie de referenties op de schakelschema's)
Verlichte indicators
Omschakelaar
= de elektropompen handmatig door de operator bestuurd worden
totdat er een impuls aanwezig is.
= de elektropompen automatisch worden bestuurd.
71
wordt op de volgende pagina vervolgd