Zaagtechnieken
Neem principieel het gevaar van terug-
slaande takken in acht.
Afzagen van een kleine tak
van de tak indien u zich op de grootte en
het gewicht verkeken hebt.
Let principieel op het neervallende gesne-
den goed
Afzagen van grotere takken
derde van de tak een insnijding.
De eigenlijke zaagsnede (zie snoei b )
volgt weer langs boven in zo mogelijk één
lijn met de eerste snede om deze te tref-
fen.
Afzagenin gedeelten
c
b
a
van inslag van het te snoeien goed veilig
beïnvloeden.
Ontruim de reeds pas gezaagde gedeel-
ten uit de zone, waar u zich bevindt.
Zet uw zaagsnede
bij kleine takken
(Ø 0-8 cm) van bo-
ven naar beneden,
zoals hiernaast af-
gebeeld.
Let op het voortij-
dige doorbreken
Kies bij grotere tak-
ken (Ø 8-25 cm), om
ze gecontroleerd af
te zagen, eerst een
ontlastingssnede
(zie snoei a)
Deze wordt langs
onder uitgevoerd.
Zaag in het onderste
Voor grote c.q. lan-
ge takken is het af-
zagen in gedeelten
(zie snoei a, b, c)
aan te bevelen.
Enkel op deze ma-
nier kunt u de plaats
I
Veilige werkwijze
•
Houd het apparaat en de snijset in een
goede staat zodat letsels worden ver-
meden.
•
Controleer of de draagriem aange-
naam zit zodat het apparaat gemak-
kelijker kan worden vastgehouden.
•
Houd het apparaat steeds goed vast
met beide handen, met een hand aan
de ronde greep en met de andere aan
de buisschacht. Duim en vingers moe-
ten de handgrepen stevig omsluiten.
•
Respecteer de vastgelegde werkhoek
van 60°±10° als u met het kettingzaag-
of haagschaaraccessoire werkt, zodat
u gegarandeerd veilig kunt werken.
•
Controleer of het apparaat, nadat het
op de grond gevallen is, significante
beschadigingen of defecten vertoont.
•
Gebruik de hoogsnoeier niet op een
ladder staande of op een onveilige
standplaats.
•
Laat u niet tot een onbezonnen snede
verleiden. Dat zou uzelf en andere
personen in gevaar kunnen brengen.
•
Kinderen dienen onder toezicht te
staan om te vrijwaren dat ze niet met
het apparaat spelen.
•
Wissel regelmatig van werkpositie.
Een langer gebruik van het apparaat
kan tot door trillingen veroorzaakte
doorbloedingsstoornissen van de han-
den leiden. U kunt de gebruiksduur
echter door geschikte handschoenen
of regelmatige pauzes verlengen. Let
erop dat de persoonlijke aanleg voor
een slechte doorbloeding, lage buiten-
temperaturen of grote grijpkrachten bij
het werken de gebruiksduur verkorten.
NL
49