loodrechte geleidevlak in de gewenste positie
vast te zetten.
B. DE POSITIE VAN HET LOODRECHTE
GELEIDEVLAK INSTELLEN.
Het loodrechte geleidevlak kan dwars in de
breedte van de schaafmachine, in elke positie
worden ingesteld.
Voor breed materiaal, moet instelling
voldoende van het blad van de schaafmachine
overlaten om de volledige breedtevlak te
kunnen schaven.
Voor smal materiaal kan de instelling
van het geleidevlak worden bijgesteld
om de levensduur van het schaafblad
te maximaliseren door van de bladen
verschillende oppervlakten te gebruiken totdat
zij geheel versleten zijn.
De positie van het geleidevlak kan ook worden
gebruikt om de breedte van voegen in te
stellen (Zie K)
C. EEN LOODRECHTE RAND SCHAVEN
De loodrechte schaafmachine schaaft een
rand die loodrecht van een ander oppervlakte
66
staat (meestal van het bredere vlak) van het
werkstuk.
Het werkstuk moet stevig worden
vastgeklemd zodat beide handen kunnen
worden gebruikt om de schaafmachine vast te
houden en te geleiden.
Houd de schaafmachine tegen de te schaven
rand door het bovenste handvat van de
schaafmachine op een normale manier vast te
houden.
Met behulp van uw linkerhand, past u
zijdelingse kracht toe om het vlak van het
loodrechte geleidevlak tegen het referentievlak
van het werkstuk te houden.
Schaaf op de normale wijze maar pas neer- en
zijwaartse druk toe.
OPMERKING: Het loodrechte
geleidevlak kan niet goed werken als het
referentievlak verdraaid is.
D. EEN RAND RECHT MAKEN
De lagere referentierand (18.6) van de
loodrechte geleiderand kan worden gebruikt
om een rechte en loodrechte rand op een
onnauwkeurig of onregelmatig gerand
Vlakschaafmachine
werkstuk te schaven.
Markeer de positive van de gewenste rechte
rand op elk uiteinde van het werkstuk.
Meet een offset van een afmeting onder deze
posities en markeer opnieuw.
Klem een rechte rand (betrouwbare houten
lat of staalsectie) op het werkstuk, waarbij
het bovenste oppervlak met de offset-
markeringen wordt uitgelijnd.
Ga door met het schaven van de rand, waarbij
u langs de rand het material verwijderen
redelijk evenredig houd, ofschoon dit niet van
kritiek belang is.
Terwijl de geschaafde rand de gewenste
positive nadert, vermindert u de schaafdiepte
als dit nodig is om voor de laatste paar keren
dat u voorbij schaaft de beste afwerking te
krijgen voordat de contactpunten van de
laagste referentierand de rechte rand bereiken.
OPMERKING: Door de positie van
de rechte rand bij te stellen, kunnen
ook wigvormige stroken worden
geproduceerd.
E. DE LOODRECHTE GELEIDERAND FIJN
AFSTELLEN
De loodrechte geleiderand is volgens
fabrieksafstellingen. De nauwkeurigheid kan
echter door de gebruiker worden afgesteld.
Gebruik een vierkant om op elk uiteinde de
geleiderand te controleren.
Maak de borgmoer (18.1) los en draai de
koppelingschroef om de geleiderand in de
juiste richting te plaatsen.
Meestal is minder dan een draai nodig om
kleine afstellingen te maken.
Controleer opnieuw ten opzichte van het
vierkant en, wanneer tevreden, houdt u de
koppelingschroef vast terwijl u de borgmoer
opnieuw vaststelt.
De borgmoer hoeft niet overmatig te worden
vastgezet. Het aandraaien is voldoende.
Herhaal dit voor elk uiteinde van de
geleiderand.
NL