6
Livellamento del rasaerba
Verifi care che i pneumatici siano adeguatamente gonfati in
base ai psi riportati sugli stessi. Se i pneumatici sono ecces-
sivamente o non suffi cientemente gonfi ati, il prato potrebbe
risultare tagliato in modo anomalo, inducendovi a pensare che
il rasaerba non sia correttamente regolato.
REGOLAZIONE VISIVA LATO-LATO
1. Qualora, nonstante tutti i pneumatici siano adeguatamente
gonfi ati, il taglio del prato risulti irregolare, verifi care quale
lato del rasaerba stia tagliando meno.
NOTA: A propria descrezione, sollevare il lato inferiore del
rasaerba o abbassare quello superiore.
2. Posizionarsi sul lato del rasaerba da regolare.
3. Utilizzando una chiave da 3/4" o regolabile, ruotare il dado
di regolazione dell'articolazione di sollevamento (A) verso
sinistra per abbassare il rasaerba, oppure verso destra
persollevarlo (Fig. 1).
NOTA: A ogni giro completo del dado di regolazione, l'altezza
del rasaerba varier à ogni giro completo del dado di regolazi-
one, l'altezza del rasaerba varier à di circa 3/16".
4. Verifi care la regolazione effettuata tagliando un po' d'erba
incolta e controllando visivamente il risultato. Se necessa-
rio, regolare nuovamente fi no a ottenere risultati soddisfa-
centi.
REGOLAZIONE DI PRECISIONE LATO-LATO
1. Con tutti i pneumatici adeguatamente gonfi ati, parcheggiare
il trattore su un terreno o una strada in piano.
ATTENZIONE: Le lame sono affi late. Indossare dei guanti
di protezione e/o avvolgere le lame con un panno pesante.
2. Sollevare il rasaerba nella posizione massima
3. Su entrambi i lati del rasaerba, posizionare la lama di lato
e misurare la distanza (A) intercorrente dal bordo inferiore
della lama a terra. La distanza deve essere uguale su en-
trambi lati (FIG. 2).
4. Qualora si renda necessario effettuare una regolazione,
fare riferimento al punti 2 e 3 delle suddette istruzioni per la
tegolazione visiva.
5. Verifi care nuovamente le misurazioni, regolare secondo
necessità
é entrambi i lati siano pari.
fi nch
REGOLAZIONE DAVANTI-DIETRO
IMPORTANTE: La copertura deve essere regolata lato-lato.
Per ottenere risultati di rasature ottimali, regolare le lame del
rasaerba in modo tale che, quando il rasaerba si trova nella
posizione massima, la punta anteriore sia 1/8"-1/2" inferiore
rispetto alla punta posteriore.
ATTENZIONE: Le lame sono affi late. Indossare dei guanti
di protezione e/o avvolbere le lame con un panno pesante.
• Sollevare il rasaerba nella posizione massima.
• Posizionare tutte le lame in modo tale che la punta risulti
diritta, rivolta in avanti. Misurare, a livello della lama, la dis-
tanza (B) intercorrente da terra (FIG. 3).
• Se la punta anteriore della lame non é 1/8"-1/2" inferiore
rispetto alla punta posteriore, spostarsi davanti al trattore.
• Utilizzando una chiave da 11/16" regolabile, allentare di
diversi giri il controdado fi no a svitare il dado di regolazione
B.
• Utilizzando una chiave da 3/4" o regolabile, ruotare il dado
di regolazione dell'articolazione anteriore (B) in senso orario
(serrare) per sollevare la parte anteriore del rasaerba, o in
senso antiorario (allentare) per abbassarla(FIG. 4).
NOTA: A ogni giro completo del dado di regolazione, l'altezza
di circa
del rasaerba varierà
• Controllare nuovamente le misurazioni; se necessario, rego-
lare fi nché
la punta anteriore della lama sia
rispetto alla punta posteriore.
• Tenere il dado di regolazione in posizione con la chiave e
serrare il controdado saldamente contro il dado regolazione.
1/8".
1/8"-1/2" inferiore
De maaiunit nivelleren
Zorg ervoor dat de banden tot de PSI-waarde die op de ban-
den zelf staat aangegeven zijn opgepompt. Als de banden
te hard of te zacht zijn, kan dat het uiterlijk van uw grasveld
beïnvloeden zodat u denkt dat de maaiunit niet goed is
afgesteld.
BEIDE KANTEN OP HET OOG UITLIJNEN
1. Als alle banden de juiste spanning hebben, maar uw veld
toch niet gelijk is gemaaid, kijkt u welke kant van de maaier
dieper maait.
LET OP: U kunt naar wens de lage zijde van de maaiunit ver-
hogen of de hoge zijde verlagen.
2. Ga naar de zijde van de maaiunit die u wilt aanpassen.
3. Draai met een verstelbare sleutel of een sleutel van 3/4" de
afstelmoer van de hefkoppeling (A) naar links om de maaier
te verlagen, of naar rechts om de maaier te verhogen (Fig.
1).
OPMERKING: Iedere volle slag van de afstelmoer wijzigt de
hoogte van de maaier met ongeveer 3/16".
4. Test uw afstelling door wat ongemaaid gras te maaien en
te kijken hoe het resultaat eruitziet. Stel de maaiunit indien
nodig verder af totdat u tevreden bent met het resultaat.
PRECISIE-AFSTELLING BAN BEIDE KANTEN BAN DE
MAAIUNIT
1. Parkeer met alle banden op de juiste spanning de tractor
op een vlakke ondergrond of op een oprit.
VOORZICHTIG: De messen zijn scherp. Bescherm uw
handen met handschoenen en/of wikkel dikke doeken om de
messen.
2. Breng de maaier omhoog tot de hoogste positie.
3. Plaats aan beide zijden van de maaier het mes aan de
zijkant en meet de afstand (A) van de onderste rand van
het mes tot de grond. De afstand moet aan beide zijden
hetzelfde zijn (Fig. 2).
4. Zie de stappen 2 en 3 van de instructies voor het op het
oog uitlijnen als de messen afgesteld moeten worden
5. Controleer de metingen opnieuw, en stel de messen af
totdat beide zijden gelijk zijn.
AFSTELLING BOOR-EN ACHTERZIJDE
BELANGRIJK: Het oppervlak van de maaier moet overal
dezelfde hoogte hebben.
Voor de beste maairesultaten moeten de maaimessen zodanig
worden afgesteld dat de voorkant 1/8" tot 1/2" lager is dan de
achterkant wanneer de maaier in de hoogste stand staat.
VOORZICHTIG: De messen zijn scherp. Bescherm uw
handen met handschoenen en/of wikkel dikke doeken om de
messen.
•
Breng de maaier omhoog tot de hoogste positie.
•
Plaats alle messen zo, dat de punt recht vooruit wijst. Meet
de afstand (B) tot de grond bij de voorste en achterste punt
van het mes (Fig. 3).
•
Ga naar de voorkant van de tractor als de voorste punt van
het mes niet 1/8" tot 1/2" lager is dan de achterste punt.
•
Haal met een 11/16" of verstelbare sleutel de blokkeermoer
A verschillende slagen los om afstelmoer B vrij te maken.
•
Draai met een 3/4" of verstelbare sleutel de afstelmoer van
de voorste koppeling (B) in de richting van de klok (vast)
om de voorkant van de maaier op te heffen of tegen de
richting van de klok in (los) om de voorkant van de maaier
te laten zakken (Fig. 4).
LET OP: Iedere volle slag van de afstelmoer wijzigt de hoogte
van de maaier met ongeveer 1/8".
•
Controleer de metingen opnieuw en stel indien nodig verder
af totdat de voorste punt van het mes 1/8" tot ½" lager is
dan de achterste punt.
•
Houd de afstelmoer in positie met de sleutel en draai de
blokkeermoer goed vast tegen de afstelmoer.
68