Bosch 0 607 161 1 Serie Manual De Instrucciones página 64

Ocultar thumbs Ver también para 0 607 161 1 Serie:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 31
Ophang- en inspanvoorziening
Als u het gereedschap in een ophang- of opspan-
voorziening wilt gebruiken, dient u erop te letten
dat u het eerst in de voorziening bevestigt voor-
dat u het op de persluchttoevoer aansluit. Daar-
door voortkomt u dat u het gereedschap per ongeluk
inschakelt.
Met de ophangbeugel 33 (type 0 607 161 1..) of 2 (ty-
pe 0 607 161 5..) kunt u het gereedschap aan een op-
hangvoorziening bevestigen.
Controleer regelmatig de toestand van de ophangbeu-
gel en de haken in de ophangvoorziening.
In het aangegeven inspanbereik 10 kunt u het gereed-
schap in een inspanvoorziening bevestigen. Maak in-
dien mogelijk gebruik van het hele inspanbereik. Hoe
geringer het inspanbereik, hoe sterker de werking van
de spankrachten.
Overbelast het inspanbereik niet en zorg ervoor dat de
inspanvoorziening het gereedschap veilig en stevig
vasthoudt.
Luchtafvoer
Met een luchtafvoer kunt u de afvoerlucht via een af-
voerluchtslang van uw werkplek wegvoeren en tegelij-
kertijd een optimale geluiddemping bereiken. Boven-
dien verbetert u uw werkomstandigheden, aangezien
uw werkplek niet meer kan worden vervuild door olie-
houdende lucht en geen stof of spanen meer kunnen
worden opgewerveld.
Type 0 607 161 100 – ... 103
Stulp de luchtafvoerslang (centraal) 28, die de afvoer-
lucht van uw werkplek wegvoert, over de luchttoe-
voerslang 5. Sluit het gereedschap vervolgens aan op
de persluchtvoorziening (zie het gedeelte Aansluiting
op de persluchtvoorziening) en trek de luchtafvoer-
slang (centraal) 28 over de gemonteerde luchttoevoer-
slang op het einde van het gereedschap.
Of voer de afvoerlucht naar een afvoerluchtreservoir
door eerst de luchtafvoerset (decentraal) 31 te beves-
tigen. Let erop dat de slangnippel 4 niet in het aansluit-
stuk op de luchtingang 3 is geschroefd en de dichtring
32 in de uitsparing tussen huis en luchtafvoerset ligt,
zodat de uitstromende lucht alleen naar de luchtaf-
voerslang kan ontwijken. Schroef eerst het aansluit-
stuk 30 van de luchtafvoerset stevig in het aansluitstuk
3 aan de luchtingang en schroef vervolgens de slang-
nippel 4 op het aansluitstuk 30. Vervang de geluid-
demper 29 op de luchtafvoerset door de slangnippel
24 van de luchtafvoerset (zie afbeelding
Maak de slangklem 6 van de luchtafvoerslang 25 los
en bevestig de luchtafvoerslang over de slangnippel
24 met de slangklem door deze stevig vast te draaien.
3 609 929 935 • (03.10) T
4 MONTAGE
Type 0 607 161 500 – ... 507
Stulp de luchtafvoerslang (centraal) voor de pistooluit-
voering 7, die de afvoerlucht van uw werkplek weg-
voert, over de luchttoevoerslang 5. Sluit het gereed-
schap vervolgens aan op de persluchtvoorziening (zie
het gedeelte Aansluiting op de persluchtvoorziening)
en trek de luchtafvoerslang (centraal) voor de pistool-
uitvoering 7 over de gemonteerde luchttoevoerslang
op het einde van het gereedschap.
Of voer de afvoerlucht naar een afvoerluchtreservoir
door de geluiddemper aan de luchtuitgang 8 te ver-
vangen door de slangnippel 24 (zie afbeelding
Maak de slangklem 6 van de luchtafvoerslang 25 los
en bevestig de luchtafvoerslang over de slangnippel
24 met de slangklem door deze stevig vast te draaien.
Aansluiting aan de
persluchtvoorziening
Het gereedschap is ontworpen voor een bedrijfsdruk
van 6,3 bar (91 psi). Voor een maximaal vermogen be-
draagt de inwendige slangdiameter 10 mm bij een
aansluitschroefdraad van G 1/4". Gebruik voor het in-
standhouden van het volledige vermogen alleen slan-
gen tot een lengte van maximaal 4 meter.
De toegevoerde lucht mag geen deeltjes of vocht be-
vatten om de machine te beschermen tegen bescha-
diging, vervuiling en roestvorming.
Het gebruik van een luchtverzorgingseenheid is
noodzakelijk.
Hierdoor wordt een correcte werking van persluchtge-
reedschappen gewaarborgd. Lees de gebruiksaanwij-
zing van de verzorgingseenheid en neem deze in acht.
Alle armaturen, verbindingsleidingen en slangen moe-
ten zijn aangelegd in overeenstemming met de vereis-
te hoeveelheid perslucht.
Voorkom vernauwingen van de aanvoerleidingen bijv.
door drukken, knikken of trekken.
Controleer in geval van twijfel de druk bij de luchttoe-
voeropening van de machine met een manometer.
Aansluiting van de persluchtvoorziening aan
het gereedschap
Schroef de slangnippel 4 in het aansluitstuk op de
luchtingang 3 (type 0 607 161 1.. zie afbeelding
type 0 607 161 5.. zie afbeelding
Ter voorkoming van beschadigingen aan inwendige
ventieldelen van het gereedschap dient u bij het in- en
uitdraaien van de slangnippel 4 het uitstekende aan-
sluitstuk van de luchtingang 3 met een steeksleutel
(22 mm) tegen te houden.
).
B
Maak de slangklemmen 6 van de maximaal 4 meter
lange luchttoevoerslang 5 los en bevestig de luchttoe-
voerslang over de slangnippel 4 met de slangklem
door deze stevig vast te draaien.
Nederlands–6
).
D
,
A
).
C
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

0 607 161 5 serie

Tabla de contenido