Elektrische Aansluiting; Bediening Met Frequentie-Omvormer; Inbedrijfname; Vullen En Ontluchten - Wilo Medana CV1-L Manual Del Usuario

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 61
7.4

Elektrische aansluiting

7.5
Bediening met frequentie-omvor-
mer
8

Inbedrijfname

8.1

Vullen en ontluchten

Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Medana CV1-L
Inbedrijfname
GEVAAR
Gevaar voor elektrocutie
Indien de elektrische aansluiting verkeerd is uitgevoerd bestaat gevaar voor elektro-
cutie.
■ Laat de elektrische aansluiting uitsluitend uitvoeren door een door de lokale elek-
triciteitsleverancier goedgekeurde elektricien en conform de lokaal geldende voor-
schriften.
■ Voorafgaand aan de elektrische aansluiting moet de pomp spanningsvrij en bevei-
ligd zijn tegen onbevoegde herinschakeling.
■ Om een veilige installatie en bediening te garanderen, moet de pomp correct wor-
den geaard met de aardklemmen van de spanningsvoorziening (Fig. 4).
ƒ
Verifieer dat de gebruikte nominale stroom, spanning en frequentie overeenkomen
met de gegevens op het typeplaatje van de pomp.
ƒ
De pomp moet op de stroomvoorziening worden aangesloten met behulp van een
kabel uitgerust met een contrastekker of een hoofdschakelaar.
ƒ
De driefasemotoren moeten worden aangesloten op een goedgekeurde veiligheids-
installatie. De nominale stroominstelling moet overeenkomen met de waarde die op
de sticker van de motor staat vermeld.
ƒ
Enkelfasige motoren zijn standaard uitgerust met thermische motorbeveiliging;
hierdoor stopt de pomp als de toegestane temperatuur van de wikkeling wordt over-
schreden en start deze automatisch weer zodra deze weer is afgekoeld.
ƒ
De aansluitkabel moet zo worden geleid dat deze nooit in contact komt met het
hoofdriool en/of het pomphuis en het motorhuis.
ƒ
De pomp/installatie moet conform de lokale voorschriften worden geaard. Als extra
beveiliging kan een vermogensbeschermingsschakelaar worden toegepast.
ƒ
De aansluiting op de stroomvoorziening moet overeenkomen met het elektrische
aansluitschema (Fig. 1-2).
GEVAAR
Risico op verwondingen en binnendringen van water in het gebied van de
verbinding
Neem de aandraaimomenten in acht (Fig. 9)
Neem de diameter van de kabelwartelbekabeling in acht om X5-bescherming te ga-
randeren (Fig. 9 [E]):
M20 = min. Ø 6 – max. Ø 12
M25 = min. Ø 13 – max. Ø 18
Het is mogelijk om het toerental van de pomp aan te passen met een frequentie-om-
vormer. De grenswaarden voor de instelling van het toerental zijn als volgt:
40 % nominaal ≤ n ≤ 100 % nominaal. Bij het aansluiten van de frequentie-omvormer
en het in bedrijf nemen moeten de installatie- en inbedrijfnamevoorschriften van de
frequentie-omvormer worden opgevolgd. Om overbelasting van de motorwikkeling te
voorkomen, wat zou kunnen leiden tot beschadiging en ongewenst lawaai, kan de fre-
quentie-omvormer geen spanningsstijgingen met toerentalniveaus hoger dan 500 V/μs
of spanningspieken U > 650 V produceren.
Om spanningsstijgingen met dergelijke toerentalniveaus mogelijk te maken, moet een
LC-filter (motorfilter) worden geïnstalleerd tussen de frequentie-omvormer en de mo-
tor. De specificaties voor dit filter moeten door de fabrikant van de frequentie-omvor-
mer / het filter worden verstrekt. Regelapparatuur met een frequentie-omvormer gele-
verd door Wilo hebben een geïntegreerd filter.
Controleer of het waterniveau in het reservoir en de toevoerdruk voldoende zijn.
nl
55
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido