Gebruik de lijn nooit als barrière of als plaatsbepalingsmiddel.
Het reddingsmechanisme in dit toestel is UITSLUITEND VOOR GEBRUIK IN GEVAL VAN NOOD.
Gebruik het niet voor routinematig hijsen van medewerkers of materiaal.
ONDERHOUD
Smeer het toestel niet.
Het toestel moet schoon en vrij van verontreinigingen worden gehouden.
Deze eenheid moet buiten gebruik worden gestald wanneer enig onderdeel van het systeem teke-
nen vertoont van beschadiging of bij inspectie wordt afgekeurd. Ook wanneer de eenheid is bloot-
gesteld aan de krachten van het stoppen van een val of voor een redding is gebruikt.
Probeer niet zelf het toestel te repareren. Wanneer het toestel niet goed functioneert of moet
worden gerepareerd, stuurt u het toestel voor reparatie terug naar de fabrikant van de uitrusting, of
naar een servicecentrum met schriftelijke erkenning van de fabrikant.
3.0 COMPATIBILITEIT VAN HET SYSTEEM
De Miller mightevac automatisch vergrendelende leeflijn is uitsluitend ontwikkeld voor gebruik
met door Honeywell goedgekeurde componenten. Substitutie of vervanging door niet goedgeke-
urde combinaties van componenten of sub-systemen of beide kunnen het veilig functioneren
wederzijds beïnvloeden of verstoren en de compatibiliteit binnen het systeem in gevaar brengen.
Door incompatibiliteit kan de betrouwbaarheid en de veiligheid van het systeem als geheel worden
aangetast.
3.1 COMPONENTEN VAN HET PERSOONLIJKE VALBEVEILIGINGSSYSTEEM
Om de medewerker de maximale bescherming te bieden moeten de drie hoofdcomponenten van
het Personal Fall Arrest System (PFAS) (persoonlijk valbeveiligingssysteem) op hun plaats zitten
en op de juiste manier worden gebruikt.
A.
VERANKERING/VERANKERINGSVERBINDING
De eerste component is de verankering/de verankeringskop-
peling. De verankering, ook ankerpunt genoemd, is een veilig
bevestigingspunt voor koppelingen en moet in staat zijn om
22,2 KN (5000 lb) per medewerker. Een verankeringskoppe-
ling, zoals een balkriem overdwars, een D-bout of een peli-
kaan-hoekanker, is soms vereist om een compatibele koppe-
ling tussen de koppelingsvoorziening en de verankering tot
stand te brengen.
B.
LICHAAMSUITRUSTING
De tweede systeemcomponent is de persoonlijke bescher-
mende uitrusting die de medewerker bij het uitvoeren van
zijn taak draagt. De enige voor valbeveiliging aanvaardbare
lichaamsuitrusting is het volledige lichaamsharnas. Volledige
lichaamsharnassen zijn constructief ontwikkeld als onderste-
uning voor het stoppen van een vrije val, en dient in al die sit-
uaties te worden gedragen waar medewerkers blootstaan aan
het gevaar van een vrije val
C.
KOPPELINGSVOORZIENING
De derde component van het systeem is de koppelingsvoor-
ziening, de kritische schakel die de lichaamsuitrusting verbindt
met de verankering/verankeringskoppeling. Het belangrijkste
mechanisme van de koppelingsvoorziening is de ingebouwde
schokdemper. Beide koppelingsvoorzieningen, de schokdem-
pende verbindingslijn of de automatisch vergrendelende lee-
flijn zijn ontwikkeld om de krachten bij het stoppen van een val drastisch koppeling.
Het belangrijkste mechanisme van de koppelingsvoorziening is de ingebouwde schokdemper.
Beide koppelingsvoorzieningen, de schokdempende verbindingslijn of de automatisch vergrende-
lende leeflijn zijn ontwikkeld om de krachten bij het stoppen van een val drastisch te reduceren. De
voor het stoppen van een val gebruikte verbindingslijnen, getwijnd touw, geweven of van staalkabel
met getwijnd touw, MOETEN in combinatie met een schokbreker worden gebruikt (bijv. het Hon-
eywell Miller SofStop-pakket).
82