NEDERLANDS
Opmerking: Het kan soms 30 minuten duren om na te
gaan of de accu goed functioneert. Als de accu te warm
of te koud is, knippert het lampje afwisselend snel en
langzaam rood.
In- en uitschakelen
U schakelt het gereedschap in door de ontgrendeling-
u
sknop (1) naar voren te schuiven en vervolgens de
schakelaar met variabele snelheden (2) in te drukken en
vast te houden.
Laat de schakelaar (2) los om het apparaat uit te schake-
u
len.
Waarschuwing! Zet het gereedschap niet uit of aan terwijl het
zaagblad contact maakt met het werkstuk.
Waarschuwing! Schuif de ontgrendelingsschakelaar (1)
altijd naar achteren, in de ontgrendelde positie, wanneer het
gereedschap niet wordt gebruikt.
Tips voor optimaal gebruik
Houd het gereedschap stevig vast waarbij u met uw ene
u
hand de zijgreep vasthoudt en met uw andere hand de
hoofdhandgreep.
Oppervlakken slijpen met slijpschijven
Laat het gereedschap op volle snelheid draaien voordat u
u
het gereedschap contact laat maken met het werkopperv-
lak.
Pas minimale druk toe op het werkoppervlak zodat het
u
gereedschap op hoge snelheid kan werken. De slijpsnel-
heid is het hoogst wanneer het gereedschap op hoge
snelheid werkt.
Behoud een hoek van 20˚ tot 30˚ tussen het gereedschap
u
en het werkoppervlak.
Verplaats het gereedschap continu in een voorwaartse en
u
achterwaartse beweging om groeven in het werkoppervlak
te voorkomen.
Verwijder het gereedschap van het werkoppervlak voordat
u
u het gereedschap uitschakelt. Wacht tot het gereedschap
is gestopt met draaien voordat u het neerlegt.
Randen slijpen met slijpschijven
Schijven die worden gebruikt om te zagen of randen te slijpen,
kunnen breken of terugslaan als deze buigen of draaien terwijl
het gereedschap snijwerk of zwaar slijpwerk wordt gebruikt.
Beperk het gebruik van deze schijven met een standaardtype
27 beschermkap voor ondiep snijden en inkepingen (minder
dan 13 mm diep). Zo vermindert u het risico op ernstige
verwondingen. De open zijde van de beschermkap moet van
de gebruiker af worden geplaatst. Voor dieper snijwerk met
een type 1 schijf gebruikt u een gesloten type 1 beschermkap.
Zie de grafiek Slijpen en snijden achterin het gedeelte van
deze taal.
68
(Vertaling van de originele instructies)
Laat het gereedschap op volle snelheid draaien voordat u
u
het gereedschap contact laat maken met het werkopperv-
lak.
Pas minimale druk toe op het werkoppervlak zodat het
u
gereedschap op hoge snelheid kan werken. De slijpsnel-
heid is het hoogst wanneer het gereedschap op hoge
snelheid werkt.
Wanneer u voor het gereedschap staat, moet de open
u
onderzijde van de schijf van u af zijn gericht.
Zodra het zagen is gestart en een inkeping is gemaakt in
u
het werkstuk, mag u de zaaghoek niet meer aanpassen.
Wanneer u de hoek aanpast, buigt de schijf en kan deze
breken. Slijpschijven voor randen zijn doorgaans niet
bestand tegen druk aan de zijkant die wordt veroorzaakt
door buigen.
Verwijder het gereedschap van het werkoppervlak voordat
u
u het gereedschap uitschakelt. Wacht tot het gereedschap
is gestopt met draaien voordat u het neerlegt.
Gebruik slijp-/snijschijven voor randen niet voor het slijpen van
oppervlakken, omdat deze schijven doorgaans niet bestand
zijn tegen druk aan de zijkant die voorkomt bij het slijpen van
oppervlakken. Dit kan leiden tot het breken van de schijf of
verwondingen.
Het afwerken van oppervlakken met
schuurklepschijven.
Laat het gereedschap op volle snelheid draaien voordat u
u
het gereedschap contact laat maken met het werkopperv-
lak.
Pas minimale druk toe op het werkoppervlak zodat
u
het gereedschap op hoge snelheid kan werken. De
schuursnelheid is het hoogst wanneer het gereedschap op
hoge snelheid werkt.
Behoud een hoek van 5˚ tot 10˚ tussen het gereedschap
u
en het werkoppervlak.
Verplaats het gereedschap continu in een voorwaartse en
u
achterwaartse beweging om groeven in het werkoppervlak
te voorkomen.
Verwijder het gereedschap van het werkoppervlak voordat
u
u het gereedschap uitschakelt. Wacht tot het gereedschap
is gestopt met draaien voordat u het neerlegt.
Achterste schuurschijven gebruiken
Kies een schuurschijf met de juiste korrel voor uw toepass-
ing. Schuurschijven zijn beschikbaar in verschillende korrels.
Grove korrels verwijderen materiaal sneller met een ruwere
afwerking.
Fijnere korrels verwijderen materiaal langzamer met een
gladdere afwerking.
Begin met schijven met een grove korrel voor het snel
verwijderen van ruw materiaal. Ga verder naar middelfijn
schuurpapier en eindig met een fijne schuurschijf voor een
optimale afwerking.