OPMERKING: Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de ON-Q*-pomp
voor informatie over het vullen van de pomp en andere instructies
voor gebruik.
DE TOEDIENINGSSET VULLEN
Een aseptische techniek gebruiken
LET OP: Het rode treklipje mag niet worden verwijderd
voordat de slang volledig gevuld is. Indien niet goed gevuld
kan t/m 5 ml luchtbolus worden toegediend.
1. Leg het ONDEMAND*-apparaat op een vlak oppervlak met de
label van het rode treklipje naar boven (afbeelding A).
2. Open de klem en verwijder het dopje van de slang om met het
vullen te beginnen. Het dopje van de slang niet weggooien.
3. Als alle lucht uit de gehele slang is verwijderd en u vloeistof aan
het uiteinde van de luerlock ziet (ongeveer 4 minuten), is de
toedieningsset gevuld.
4. Plaats het dopje tot gebruik terug op de slang.
5. Verwijder het rode treklipje door dit er recht uit te trekken
(afbeelding B). Het is belangrijk het rode treklipje volledig te
verwijderen en te zorgen dat het niet afbreekt (afbeelding C).
Het vullen van het ONDEMAND*-bolusapparaat begint.
WAARSCHUWING: Trek het rode treklipje niet
omhoog, aangezien dit kan leiden tot afbreken
(afbeelding C). Als het rode treklipje niet wordt
verwijderd of als het afbreekt bij het verwijderen,
zal er continue toediening plaatsvinden. De
toedieningssnelheid kan dan aanzienlijk hoger zijn dan
de totale stroomsnelheid (bolus + basaal).
6. Het apparaat is nu gereed voor gebruik. Er is echter pas een
volledige bolusdosis beschikbaar na het verstrijken van de op de
label vermelde bijvultijd. De oranje indicator dient zich op het
bovenste niveau te bevinden (afbeelding D).
HET INFUUS STARTEN
1. Sluit de slang op de katheter van de patiënt aan. Zorg voor een
stevige aansluiting en controleer of de klem open is.
2. De patiënt of clinicus moet, zodra het infuus gestart is, zo
spoedig mogelijk een bolus toedienen om te verzekeren dat
het bolusapparaat goed werkt. Binnen enkele minuten dient de
bolusknop omhoog te springen en dient de oranje indicator naar
boven beginnen te bewegen.
BOLUSACTIVERING
1. Druk de knop omlaag totdat deze op zijn plaats klikt
(afbeelding E).
2. De bolus wordt toegediend en het ONDEMAND*-apparaat begint
met het bijvullen.
3. De oranje indicator geeft aan hoeveel medicatie zich in het
bolusapparaat bevindt (afbeelding D).
4. De volgende volledige bolus is beschikbaar wanneer de oranje
indicator zich op het bovenste niveau bevindt.
5. Als u op de bolusknop drukt voor het einde van de bijvultijd leidt
dit tot een gedeeltelijke bolusdosis.
WAARSCHUWING: Als de bolusknop niet
wordt vergrendeld, sluit u de klem. Er kan continue
toediening van de medicatie optreden. De
toedieningsnelheid kan dan aanzienlijk hoger zijn dan
de totale stroomsnelheid.
Opmerking: Het is normaal dat de bolusknop niet wordt
vergrendeld binnen 30 minuten na het indrukken.
WAARSCHUWING: Als de knop niet binnen 30
minuten terugspringt, controleert u de stand van de
oranje indicator:
1. Als de indicator in de onderste stand staat, sluit u de klem. Er
kan continue toediening van de medicatie optreden met een
aanzienlijk hogere snelheid dan de totale stroomsnelheid.
of
2. Als de oranje indicator in de bovenste stand staat, is het
mogelijk dat de stroom ergens door wordt belemmerd.
Controleer op knikken in de slang, een gesloten klem
en of de aangesloten apparaten zoals een katheter
of niet-geventileerde filter geopend zijn (verifieer de
doorgankelijkheid ervan) volgens uw standaardprotocol.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Niet minder vullen dan het op de label vermelde vulvolume
of het maximale vulvolume overschrijden. Zie tabel 1.
De totale stroomsnelheid verwijst naar bolus + basaal. Dit is de
infusiesnelheid per uur. Zie tabel 2 voor informatie over de totale
stroomsnelheid op basis van de verschillende bolusbijvultijden.
Waarschuwing: De bolus wordt op aanvraag
toegediend. Om het risico van mogelijke ongewenste
effecten te verlagen, moet de dosering van de medicatie
gebaseerd zijn op deze totale stroomsnelheid.
TABEL 1: MAXIMAAL VULVOLUME
Op de label vermeld
Maximaal vulvol.
vulvol.
270 ml
400 ml
Restvol.
335 ml
≤ 9 ml
550 ml
≤ 15 ml
25