• Groen - er zijn geen problemen gedetecteerd
• Geel - er is een probleem gedetecteerd, maar dit is niet ernstig genoeg om het verrichten van
metingen te staken
• Rood - er is een ernstig probleem met het systeem dat verholpen moet worden voordat metingen
kunnen worden verricht
Als er meerdere problemen gedetecteerd zijn, zal de kleur van de LED de meest ernstige fout
aangeven. Als de LED-indicator niet groen is, kan met een druk op de indicator in een willekeurig
scherm een lijst met fouten en waarschuwingen opgeroepen worden. Om te waarborgen dat het
instrument juist werkt, wordt het aanbevolen alle fouten en waarschuwingen te verhelpen voordat
doorgegaan wordt.
Hoofdstuk 6 Opstarten
Wanneer het instrument voor de eerste keer wordt gestart, wordt de beveiliging ingeschakeld. De
gebruiker moet in de fabriek geconfigureerde aanmeldingsgegevens (gebruikers-ID en wachtwoord)
invoeren om toegang te krijgen tot het instrument. Zorg ervoor dat u de standaard
aanmeldingsgegevens bij het opstarten wijzigt. Raadpleeg
op pagina 237 voor aanvullende informatie.
Voer de volgende stappen uit om de standaard aanmeldingsgegevens te wijzigen en gebruikers en
toegangsrechten voor gebruikers toe te voegen:
1. Druk op OK als het bericht om de standaard aanmeldingsgegevens te wijzigen op het display
wordt weergegeven.
2. Druk op het sleutelpictogram op de balk onderaan het display.
Het aanmeldingsvenster wordt weergegeven op het display.
3. Voer de standaard aanmeldingsgegevens in: 0001 voor de ID en 1234 voor het wachtwoord.
Druk op OK.
4. Ga naar CONFIGURATION (CONFIGURATIE) > SECURITY AND USER MANAGEMENT
(BEVEILIGING EN GEBRUIKEERSBEHEER) om het standaard ID en wachtwoord te
veranderen. Selecteer USER MANAGEMENT (GEBRUIKERSBEHEER).
De gebruikerstabel, die wordt gebruikt om de geregistreerde gebruikers te beheren, wordt op het
display weergegeven.
5. Druk op de rij van de standaardgebruiker. Het venster voor gebruikerswijzigingen wordt
weergegeven.
6. Wijzig de waarden voor Name (Naam), ID, Password (Wachtwoord) en het beveiligingsniveau.
Druk op OK om de waarden op te slaan.
7. Vul de tabel in met de benodigde gebruikers of druk op OK om de tabel te verlaten.
Opmerking: Als de beveiliging van het instrument is ingeschakeld en de aanmeldingsgegevens niet bekend zijn,
neemt u contact op met Hach Service Support en houdt u de herstelcode bij de hand om de aanmeldingsgegevens
te verkrijgen. De herstelcode wordt weergegeven in het aanmeldingsvenster. De verstrekte aanmeldingsgegevens
verlopen na één dag. Zorg ervoor dat u de aanmeldingsgegevens wijzigt met bekende waarden.
Hoofdstuk 7 Bediening
7.1 Configuratie
7.1.1 Units and resolutions (Eenheden en resoluties)
Voor elke waarde die door het instrument wordt weergegeven, moet de benodigde eenheid gekozen
worden uit een vervolgkeuzemenu; druk hierna op Wanneer alle eenheden toegewezen zijn, wordt in
het hoofdscherm op Ok gedrukt om deze waarden op te slaan en door te gaan.
Voor elke waarde die door het instrument wordt weergegeven, moet de benodigde
weergaveresolutie gekozen worden uit een vervolgkeuzemenu; druk hierna op Ok om door te gaan.
Er kunnen maximaal vier cijfers en een decimale punt worden getoond (dus 1234, 123.4, 12.34 of
1.234). Dit heeft geen invloed op de werkelijke resolutie van gemeten en opgeslagen gegevens,
alleen op de gegevens die op het scherm worden weergegeven. Wanneer alle weergaveresoluties
Beveiliging en gebruikersbeheer
Nederlands 233