WAARSCHUWING! De plaatselijke voorschriften inzake
elektrische veiligheid moeten in acht worden genomen
WAARSCHUWING! Neem de eisen en voorzorgsmaatre-
gelen in acht wanneer een systeem weer van stroom wordt
voorzien, afhankelijk van de beschermingsmaatregelen van
dit systeem en de toepasselijke richtlijnen.
Voor de inbedrijfstelling
Voor een veilig bedrijf dient de gebruiker vertrouwd te zijn
met de functies en posities van de bedieningselementen
en de indicatiemiddelen of tellers. Neem de pagina's met
afbeeldingen in acht in het voorste gedeelte van deze
handleiding.
Gebruik de machine enkel in perfecte staat. Voer voor elk
gebruik een visuele controle uit. Controleer in het bijzonder
de veiligheidsinrichtingen, elektrische bedieningsele-
menten, elektrische leidingen en schroefverbindingen op
beschadigingen en een vaste zitting. Vervang eventueel
beschadigde onderdelen vóór verder gebruik.
Het apparaat mag slechts op een vlakke ondergrond
gebruikt worden omdat anders de brandstof, olie, resp. de
smering, niet meer gewaarborgd zijn.
Motor starten
De generator heeft een beveiliging tegen een te lage
oliestand. Bij een te lage oliestand is het niet mogelijk de
generator te starten (bij startpogingen licht het oliecontro-
lelampje op).
WAARSCHUWING: Bij het starten met de reservestarter
bestaat de kans op handletsel door een onverwachte
terugslag, die door de motor wordt veroorzaakt. Draag
veiligheidshandschoenen!
Gebruik
Generatoren mogen alleen tot hun nominale vermogen
onder normale omstandigheden worden gebruikt.
Het apparaat mag niet aan vocht of stof blootgesteld
worden. Toegestane omgevingstemperatuur -10° tot +40°,
hoogte 1000 m boven de zeespiegel, rel. luchtvochtigheid
90 % (niet condenserend). Als deze waarden niet in acht
worden genomen, kan dit leiden tot vermogensverlies.
Overbelastingsbeveiliging
De stroomgenerator is voorzien van een overbelastingsbe-
veiliging. Deze schakelt de contactdozen bij overbelasting
uit.
Let op! Als dit mocht gebeuren, vermindert u het afgeno-
men elektrische vermogen van de generator of verwijdert
u aangesloten defecte apparaten.
Plaats het apparaat altijd op een vaste en vlakke onder-
grond! Draaien, kantelen of verplaatsen van het apparaat
tijdens het gebruik is verboden.
Dek de generator nooit af.
Schakel het apparaat onder de volgende omstandigheden
onmiddellijk uit:
• bij onrustige of niet soepele loop van de motor
• bij verlaging van het elektrische uitgangsvermogen
• bij oververhitting van de aangesloten verbruiker
• bij overmatige vibraties van de generator
• bij vorming van vonken
• bij optreden van rook of vuur
• bij ongewone schommelingen of geluiden
• indien de motor overbelast lijkt te worden of foutieve
ontstekingen heeft
Vervoer en opslag
Tijdens transport dient het apparaat tegen wegglijden en
kantelen te worden geborgd.
Let er bij het transport op dat geen brandstof of olie kan
uitlopen.
Bij het transporteren van de machine enkel de transportin-
richtingen gebruiken.
Bewaar het apparaat in een droge ruimte.
Machine niet direct na het uitschakelen in gesloten ruimten
opslaan maat eerst buiten laten afkoelen.
Symbolen
Opgelet!
Waarschuwing voor hete oppervlakken!
Gevaar voor verbrandingen!
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische
spanning
Voor verlaging van een letselrisico de gebru-
iksaanwijzing lezen.
Draag oorbeschermers.!
Draag een veiligheidsbril.!
Voor gebruik aarden
Draag oorbeschermers.!
Vóór alle werkzaamheden aan het apparaat
de motor uitschakelen en de bougiestekker
uitnemen.
Explosiegevaar!
Motortank enkel met uitgeschakelde motor
vullen.
NEDERLANDS
55