NEDERLANDS
omdat een generator op basis van een verbrandingsmotor
niet de optimale sinus afgeeft.
Door de eventueel optredende spanningschommelingen
adviseren wij dat elektronische apparaten, zoals HI-FI-ap-
paraten, televisietoestellen en computers niet aangesloten
worden; deze kunnen beschadigd worden!
Sluit de gebruiker pas aan, als de generator op vol toerental
loopt. Neem de verbruiker af voordat de generator wordt
uitgeschakeld.
Nooit een tweede verbruiker aansluiten, terwijl een andere
al in gebruik is. De dardoor ontstane schommelingen kun-
nen een elektronisch gestuurd apparaat vernietigen.
Het kritische punt voor een inductieve verbruiker is de
vermogensopname bij het starten van het apparaat. De
vermogensopname tot het 3-voudige – 5-voudige van het
nominale vermogen bedragen; hiermee moet absoluut
rekening gehouden worden.
Algemene veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen. Als de
waarschuwingen en voorschriften niet worden opgevolgd,
kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot
gevolg hebben. Bewaar alle waarschuwingen en voor-
schriften voor toekomstig gebruik.
Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik
van het elektrische gereedschap uit de buurt. De minimale
veiligheidsafstand bedraagt 5 m.
Laat nooit kinderen met de machine werken. Laat nooit
volwassenen zonder behoorlijke aanwijzingen met de
machine werken.
Draag persoonlijke beschermende uitrusting.
Aan motor- en apparaatinstellingen mogen geen wijzigin-
gen doorgevoerd worden.
Het is streng verboden de aan de machine
aangebrachte veiligheidsinrichtingen te
demonteren, het gebruiksdoel te veranderen of
vreemde beschermingsinrichtingen aan te
brengen.
Het apparaat mag niet gebruikt worden, als het
beschadigd is of de beschermingsinrichtingen
defect zijn. Vervang versleten of beschadigde
onderdelen.
Brandstof is licht ontvlambaar: Motortank enkel met
uitgeschakelde motor vullen. Machine uitsluitend buiten
tanken en niet in de buurt van open vuur, resp. brandende
sigaretten. Let op dat er geen brandstof gemorst wordt,
Indien brandstof overgelopen is, mag de motor niet gestart
worden Verwijder het apparaat van de vervuilde plaats en
vermijd willekeurige ontsteekpogingen tot de brandstof-
dampen zijn verdampt..
54
Mineralenolieproducten niet met de huid, ogen en kleding
in aanraking brengen.
Enkele machineonderdelen worden tijdens het gebruik
zeer warm. Deze onderdelen, bijv. motor en geluidsdem-
per, niet aanraken. Het aanraken van hete machineonder-
delen kan tot verbrandingen leiden. Neem de waarschu-
wingen op het apparaat in acht.
Uitlaatgassen, brandstoffen en smeerstoffen zijn giftig. De
machine niet in een afgesloten ruimte gebruiken omdat
zich daar de gevaarlijke koolmonoxidegassen kunnen
ophopen.
Als de generator in goed geventileerde ruimten wordt ge-
bruikt, moeten de afvoergassen via een uitlaatslang direct
naar buiten worden geleid.
WAARSCHUWING! Ook bij gebruik van een uitlaatslang
kunnen er giftige afvoergassen ontsnappen. Wegens
brandgevaar mag de uitlaatslang nooit op ontvlambare
stoffen worden gericht.
Elektrische veiligheid
Controleer voor gebruik het apparaat en de elektrische
apparatuur (inclusief kabels en stekkeraansluitingen) om er
zeker van te zijn dat er geen defecten zijn.
Het noodstroomaggregaat mag niet worden aangesloten
op andere elektriciteitsbronnen, zoals de elektriciteitsvoor-
ziening van energieleveranciers. In bijzondere gevallen kan
een noodaansluiting op bestaande elektrische systemen
zijn vereist. Deze mag alleen worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde elektricien die rekening houdt met
de verschillen tussen de apparatuur die op het openbare
elektriciteitsnet wordt gebruikt en de werking van het
noodstroomaggregaat.
Verbind geen andere energiebronnen met de machine.
Sluit de generator niet op een huisnet aan.
Elektrische leidingen en aangesloten apparatuur moeten
correct functioneren.
Bescherming tegen elektrische schokken hangt van de
zekeringen af, die speciaal zijn afgestemd op de generator.
Vervang de zekeringen alleen door zekeringen die dezelfde
waarden voor stroomsterkte en vermogen bezitten.
Gebruik vanwege de hoge mechanische belasting alleen
slijtvaste rubberen kabels (conform IEC 60245-4) of verge-
lijkbare kabels.
Gebruik in de open lucht slechts een daarvoor goedgekeur-
de en passend gekenmerkte verlengkabel (H07RN...).
Bij gebruik van verlengsnoeren of mobiele verdeelnetten
mag de weerstandswaarde niet groter zijn dan 1,5 Ω.
Bij gebruik van verlengkabels mag de totale lengte daarvan
voor 1,5 mm² de 50 m en voor 2,5 mm2 de 100 m niet
overschrijden.
Door de producent is de beschermingsmaatregel „Be-
schermscheiding met potentiaalcompensatie" geleverd en
ingebouwd.
De behuizing moet geaard zijn om statische elektriciteit te
kunnen ontladen