1. Draai de bovenste stelschroef tegen de klok in.
2. Controleer dat er geen contact is tussen de naaf en de remschoen. Hef het
Achterwiel van de ChildPod® van de grond en laat het draaien. Het zou vrij
moeten ronddraaien.
3. Indien er contact is tussen de naaf en de remschoen, dan zal het Achterwiel
snel ophouden met draaien. In dat geval draait u de Stelschroef met de klok
mee om de wrijving te verminderen.
4. Doe hetzelfde aan de andere kant.
Afstellen van de Joggingrem/Parkeerrem:
Draai de Stelschroef niet aan voor de naven van de ChildPod® om de Jogging/
Parkeerrem af te stellen.
1. Op de hendel van de Jogging/Parkeerrem die zich op het Stuur van de
ChildPod® bevindt, draait u de Stelschroef tegen de klok in. Dit zal de
remkabel wat aantrekken.
2. Kijk naar de armen van de remnaven van de ChildPod®. Ga bij het aantrekken
van de kabel niet zover dat de armen van de remnaven bewegen.
Afstellen van de Voorrem van de Fiets:
De Voorrem van de Fiets kan alleen worden afgesteld via de remblokken.
1. Vorm de Leader™ om tot een Fiets (Cycle Mode).
2. Pas de Stelschroef van de Remhendel niet aan.
3. Zie de Fietshandleiding.
9.7.2 LeaderLink® stuuronderdelen
De Stuurpen houdt de richting aan tussen het Stuur en de Stuurvork van de
Fiets. De LeaderLink® Stuurinterface brengt de bewegingen van de Vork over
naar de Achterwielen van de ChildPod® via de Stuurverbindingsstaaf en het
Trekstangsysteem van de LeaderLink®.
De Verbindingsstaaf verbindt de LeaderLink® Stuurinterface met de Trekstang.
Als u hier iets aanpast, zullen BEIDE Achterwielen van de ChildPod® tegelijk
naar rechts of naar links draaien. De Trekstang houdt de Achterwielen van de
ChildPod® evenwijdig ten opzichte van elkaar. Aanpassingen aan de Trekstang
zullen de wielafstand versmallen of verbreden.
De stuuruitlijning van uw Leader™ werden in de fabriek ingesteld. Wij raden u
ten sterkste af de Verbindingsstaaf en de trekstang van het Stuursysteem van de
Leader™ aan te passen, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Regelmatig onderhoud
57