Veiligheidsvoorschriften
I. Algemene Instrukties
• Lees , begrijp, en volg alle instructies op de machine
en in de handleiding alvorens te beginnen. Raak eerst
helemaal vertrouwd met de bedieningsknoppen voor
een correct gebruik van de machine alvorens te begin-
nen.
• Plaats geen handen of voeten bij of onder draaiende
onderdelen.
• Houdt alle lichaamsdelen weg van de uitlaat en de
draaiende trimmerlijn. Een hete uitlaat kan ernsige
verbrandingen veroorzaken.
• Laat de machine alleen bedienen door verantwoordeli-
jke personen, die op de hoogte zijn van de instruc-
ties.
• Vermijdt breekbare objekten, als ramen van huis en
auto, kassen, enz.
• Verwijder objekten als stenen, speelgoed, ijzerdraad,
botten, stokken, enz. van het terrein die door de
draaiende trimmerlijn kunnen worden opgepikt en
weggeslingerd.
• Zorg dat andere personen van het terrein zijn alvorens
te maaien, vooral kleine kinderen en huisdieren. Doe
de machine uit zodra er iemand het terrein op komt.
• Draag beschermende kleding zoals een trui of een
jasje met lange mouwen. Draag altijd een lange broek.
Beenbescherming is aanbevolen.
• Draag geen loszittende kleding, die in de apparatuur
kan komen.
• Bedien de machine niet op blote voeten of met open
sandalen. Draag altijd werkhand-schoenen en stevig
schoeisel. Leren werkschoenen of lage laarzen zijn het
meest geschikt. Ze beschermen enkels en schenen
van de bediener voor twijgen, scherven en dergelijke,
en verbeteren de besturing.
• Draag altijd een veiligheidsbril of een bril met zijkleppen
als u de machine bedient.
• Draag oorkleppen.
• Trek de machine niet achteruit, mits strikt noodzakelijk.
Kijk altijd naar beneden en achterom alvorens en terwijl
u achteruit loopt.
• Bedien de machine niet zonder juiste bescherming of
beschermende veiligheidattributen.
• Lees de instructies van de fabrikant voor de juiste
bediening en installatie van onderdelen. Gebruik alleen
onderdelen die door de fabrikant zijn goedgekeurd.
• Gebruik geen zaagbladen, staaldraad, of dorson-
derdelen. De machine is uitsluitend bedoeld om er
plastic messen op te monteren. Het gebruik van an-
dere onderdelen of hulpstukken verhoogt het risico
van letsel.
• Doe de draaiende kop van de maaier uit als u bij gravel
opritten, stoepen of lanen komt. Wacht tot de draaiende
trimmerlijnen tot
stilstand zijn gekomen.
• Stop de motor zodra u de apparatuur alleen laat en
laat hem afkoelen, alvorens het onderdeel schoon te
maken, te repareren of te inspecteren. Verzeker u dat
de maaikop en alle beweegbare delen zijn gestopt.
• Werk alleen bij daglicht of voldoende kunstverlicht-
ing.
• Gebruik de machine niet als u moe, ziek of onder
invloed van alcohol of geneesmiddelen bent.
• Gebruik de machine niet op nat gras. Zorg voor een
goede grip op de grond: houdt het handvat stevig vast
en loop; ren niet.
• Indien de machine abnormale trillingen vertoont,
schakel dan de motor uit en achterhaal meteen wat
de oorzaak is. In het algemeen duiden trillingen op
een probleem.
II. Werkzaamheden Op Hellingen
Hellingen veroorzaken de meeste glij-en valongeluk-
ken, hetgeen tot ernstige verwondingen kan leiden. Alle
hellingen verdienen extra aandacht. Als u zich onzeker
voelt op een helling, maai dan niet.
DOEN:
• Maai dwars over het oppervlak van de helling: niet
van boven naar beneden. Kijk goed uit wanneer u van
richting verandert op een helling.
• Haal alle objekten weg zoals stenen, twijgen, enz.
• Kijk uit voor holen, groeven, of hobbels. Hoog gras kan
obstakels verbergen.
NIET DOEN:
• Maai niet bij de afvoeropening van het gras, greppels of
bedijking. De bediener kan uitglijden of zijn evenwicht
verliezen.
• Maai geen uitzonderlijk steile hellingen.
• Maai geen nat gras. Door verminderde grip op de grond
kan men uitglijden.
III. Kinderen
Er kunnen zich tragische ongelukken voordoen als de be-
diener niet op de aanwezigheid van kinderen let. Kinderen
zijn vaak in de machine en het maaien geinteresseerd.
Denk niet dat de kinderen op de plek blijven, waar je ze
voor het laatst gezien hebt.
• Houdt kinderen buiten het maaigebied en laat een
andere verantwoordelijke volwassene een oogje in
het zeil houden.
• Wees alert en doe de machine uit zodra kinderen in
het maaigebied komen.
• Alvorens en tijdens het achterwaarts maaien, kijk
achteruit en naar beneden of er kleine kinderen zijn.
• Sta kinderen niet toe de machine te bedienen.
• Wees vooral voorzichtig bij blinde hoeken, struiken,
bomen, en andere objekten die het uitzicht kunnen
belemmeren.
IV. Service
• Wees extra voorzichtig met benzine en andere
brandstoffen. Ze zijn brandbaar en de dampen kun-
nen ontploffen.
- Gebruik alleen een goedgekeurd vat.
- Haal de benzinedop er niet af of voeg geen brandstof
toe terwijl de motor draait. Laat de motor afkoelen
alvorens bij te vullen. Rook niet.
- Vul de machine niet binnenshuis.
- Zet de machine of het benzinevat niet binnen als er
een open vlam aanwezig is, bijvoorbeeld van een
waterboiler.
- Verlaat de plek waar getankt is alvorens de motor
te starten.
• Laat de motor niet draaien in een gesloten ruimte.
• Repareer of stel de motor niet bij met een draaiende
motor. Maak de bougiekabel los, en houdt deze weg
van de bougie om plotseling starten te voorkomen.
• Houdt schroeven en moeren, vooral maaikop-en mo-
torbouten, goed aange-draaid en houdt de uitrusting
in goede staat.
• Knoei niet aan veiligheidsonderdelen. Controleer
regelmatig hun werking.
• Houdt de machine vrij van gras, blad en andere op-
gehoopte resten. Verwijder gemorste olie en benzine.
Laat de machine afkoelen alvorens schoon te maken
of op te bergen,
• Stop en controleer de uitrusting als u een vreemd
voorwerp raakt, Repareer, zo nodig, alvorens door te
gaan.
• Verander de motor regulateur niet of laat de motor niet
te hard draaien.
• Maak de veiligheids- en instruktieplaatjes schoon zodra
dat nodig is.
7