Handige Tips; Periodiek Onderhoud - Earlex SPRAY STATION HV5500 Manual Del Usuario

1. Houd de snelheid van de beweging van het spuitpistool gelijkmatig. Een hoge snelheid produceert een dunne verflaag
en een lage snelheid een dikke verflaag.
2. Breng steeds één verflaag aan. Als nog een laag nodig is, moet u de instructies van de verffabrikant voor de
droogtijden volgen.
3. Als u kleine oppervlakken of objecten spuit, moet u de instelling van de verstelschroef (12) laag houden, zodat u niet
te veel verf gebruikt en er niet te veel naast spuit.
4. Wanneer u grotere oppervlakken of objecten spuit, kunt u het beste met een kriskraspatroon werken, van links naar
rechts en op en neer of andersom. Op deze manier krijgt u een maximum dekking (afb. 8).
5. Vermijd stoppen en starten wanneer u spuit, aangezien u dan te veel of te weinig verf op een oppervlak aanbrengt.
6. Om alle randen te dekken, moet u net naast de rand van het te spuiten gedeelte spuiten.
7. MAAK HET SPUITPISTOOL SCHOON NA ELK GEBRUIK (ZIE DE REINIGINGSINSTRUCTIES).
HET SPUITPISTOOL MOET DIRECT NA ELK GEBRUIK GRONDIG WORDEN GEREINIGD EN DE PAKKINGSRINGEN MOETEN WORDEN
GESMEERD. ALS DE VERF IS OPGEDROOGD IN HET PISTOOL, ZAL DIT LASTIGER TE REINIGEN ZIJN EN FUNCTIONEERT HET PISTOOL
MOGELIJK NIET MEER. DIT WORDT NIET DOOR DE GARANTIE GEDEKT.
Spoel als volgt verfrestanten uit het spuitpistool:
Verwijder de verfcontainer (17) van het spuitpistool.
Giet verfrestanten in de originele verfbus voor later gebruik.
l
Gebruik een doek doordrenkt met verdunningsmiddel om overtollige verf van de container, de onderkant van het deksel (20) en de pakking (19) te verwijderen.
l
Giet een kleine hoeveelheid schoon verdunningsmiddel in de container en plaats de container weer terug op het spuitpistool. Schud het pistool licht.
l
Supit nu alle verdunningsmiddel door het pistool.
l
Herhaal dit elke keer wanneer u schoon verdunningsmiddel gebruikt, totdat er geen verfrestanten meer te zien zijn in de gespoten vloeistof.
l
l
U kunt de rest van het spuitpistool grondig schoonmaken door alle werkende onderdelen als volgt te verwijderen volgens de tekening op pagina 31:
Draai de luchtdopring (1), luchtdop (2) en luchtdistributieplaat (3) los en verwijder ze.
Schroef nu de verstelschroef (12) los en trek de vloeistofnaald (9) en veer (11) eruit.
l
Gebruik de meegeleverde spanner (26) om de vloeistofpunt (4) en de vloeistofpuntverzegeling (5) te verwijderen.
l
l
Nadat u het spuitpistool hebt gereinigd en voordat u de naald plaatst, doopt u de punt in petroleumgel, die de pakkingsluitringen (16) zal smeren wanneer
de naald wordt ingebracht. De externe oppervlakken van het spuitpistool kunnen worden schoon geveegd met een doek doordrenkt met verdunningsmiddel.
GOOI NOOIT VERF OF OPLOSMIDDEL DOOR DE AFVOER. NEEM CONTACT OP MET DE GEMEENTE OM HET AFVAL TE LATEN
Pakkingsluitringen (16) voorkomen dat lucht langs de naald ontsnapt. Door dit lekken werkt het spuitpistool minder goed en dit moet dan ook zoveel
mogelijk worden beperkt. Na een bepaalde gebruiksperiode zal de pakkingsluitring slijten. Dit is normaal en kan worden gecompenseerd door
geleidelijke verstelling van de pakkingsmoer (15).
Controleer periodiek of de pakkingsmoer niet te los zit. DRAAI DE MOER NIET TE VAST, hierdoor zouden de sluitringen sneller slijten. Wanneer dat
nodig is, draait u de pakkingsmoer iets aan met de speciaal meegeleverde moersleutel (26).
Door deze pakkingsmoer vast te draaien, wordt de binnenste diameter van de sluitingsring verkleind en wordt elke kleine opening tussen de naald
en sluitingsringen gesloten, zodat er geen lekkage kan ontstaan.
De turbine-unit heeft slechts minimaal onderhoud nodig
Zorg ervoor dat het filterelement (27) altijd schoon is.
Dit is de filter onder het hoofdgedeelte van de turbine. Koppel de unit los van de netvoeding, draai het op de zijkant en verwijder de filter. Deze kan worden
l
uitgewassen als dat nodig is en teruggeplaatst wanneer deze weer droog is. Van tijd tot tijd moet deze filter worden vervangen (onderdeelnr. L0058).
De lagers van de turbine zijn verzegeld en gesmeerd voor de gehele levensduur. Er is geen onderhoud of verstelling nodig.
Reinig de turbine en de slangunit na gebruik met een vochtige doek.
l
De slang moet worden opgeborgen door deze tussen de motorbehuizing en de slangafdekking te wikkelen.
l
Het netsnoer moet worden opgeborgen door dit rond de voet van het apparaat te wikkelen en de stekker aan de achterkant op te hangen.
l
l
HANDIGE TIPS
REINIGINGS INSTRUCTIES
OPHALEN OF VRAAG WAAR HET DICHTSTBIJZIJNDE AFVALPUNT IS.
PERIODIEK ONDERHOUD
TURBINE_EENHEID
33
NL
S
Afb. 8