2 Veiligheidsinformatie
Dit waarschuwingssymbool benadrukt belangrijke veiligheidsinformatie
die zorgvuldig moet worden opgevolgd.
Zorg ervoor dat tijdens het besturen
van motorvoertuigen alleen gebruik
wordt gemaakt van geschikte
aangepaste voertuigen. Iedereen
dient zich bij het besturen van
motorvoertuigen aan de geldende
verkeersregels te houden.
Klim niet op of af een ladder; door het
extra bereik van de DF-/PF-beweging
kan de voet uitglijden.
Door de mate van enkelbeweging die
met dit hulpmiddel beschikbaar is,
dient u extra voorzichtig te zijn bij het
bedienen van welke machine dan ook.
Houd te allen tijde rekening met het feit
dat vingers bekneld kunnen komen te
zitten. Het wordt aanbevolen dat een
buigbare cosmetische bedekking wordt
gebruikt om het risico te beperken.
Gebruik bij het aflopen van een trap
altijd de leuning en indien mogelijk ook
bij andere activiteiten.
Na een activiteit die leidt tot een hoge
mate van zelfuitlijning, bv. na het
zitten of het afdalen van een trap,
dient het gewicht in een neutrale
positie te worden gebracht om de voet
weer in zijn optimale stapositie terug te
brengen.
Elke verandering in de prestaties
of functie van de ledemaat, zoals
beperking in beweging, niet soepel
bewegen of ongebruikelijke geluiden,
moet onmiddellijk worden gemeld aan
de serviceprovider.
Het hulpmiddel is niet geschikt
voor extreme sporten, hardlopen of
wielrennen, sporten op het ijs of in de
sneeuw, extreme hellingen of trappen.
Als dergelijke activiteiten worden
ondernomen, gebeurt dit volledig op
eigen risico van de gebruiker. Recreatief
fietsen is wel mogelijk.
Montage, onderhoud en reparatie
van het hulpmiddel mogen alleen
worden uitgevoerd door een hiervoor
gekwalificeerde behandelaar.
Om het risico van uitglijden en
struikelen tot een minimum te
beperken, moet te allen tijde geschikt
schoeisel worden gebruikt dat goed op
de voetplaat past.
Na langdurig gebruik kan de
enkelbehuizing heet aanvoelen.
Voorkom blootstelling aan extreme
hitte en/of koude die de stijfheid van
de enkel kan beïnvloeden.
De gebruiker mag de afstelling van het
hulpmiddel niet eigenhandig instellen
of wijzigen.
De gebruiker moet contact opnemen
met de behandelaar als zijn/haar
toestand verandert.
33
938450PK1/1-0121