Fig. 46: Hellingshoek instellen
Voor het afstellen kan de ventilator in ene hoek van 0°-135° worden gekan
teld.
3. Kantel de ventilator in de gewenste positie van waaruit moet worden
geventileerd. Zie afb. 46.
5
Gebruik
5.1
Aansluiten
Gevaar voor letsel door struikelen en vallen
VOORZICHTIG
•
Zorg ervoor dat de aansluitkabel zo wordt gelegd dat deze niemand
hindert of beschadigt.
•
Installeer het product zodanig dat personen of voorwerpen niet
kunnen worden verwond of beschadigd, bijv. door vallen, struikelen
en dergelijke.
Fig. 47: Aansluiten
5.2
Instellen van de ventilatiestanden
Gevaar voor lichamelijk letsel door onjuist gebruik
VOORZICHTIG
•
Gebruik het apparaat alleen met gesloten, intact beschermrooster.
•
Steek geen vingers of voorwerpen door het beschermrooster
Dit kan verwondingen of schade aan het apparaat veroorzaken.
•
Zorg ervoor dat er geen lange haren of losse kleding in de buurt van
de ventilator komen.
Deze kunnen door de luchtstroom worden meegezogen.
•
Laat het NOOIT onbeheerd achter tijdens bedrijf.
De ventilatiesnelheid kan met de vierstandenschakelaar (12, afb. 45) in
3 standen worden ingesteld:
•
Sluit de ventilator aan op een geaard stopcontact.
NL
59