Wanneer het apparaat voor het eerst op de netspanning
wordt aangesloten, geven de LED-indicatoren de eerder
ingestelde, oorspronkelijke temperatuur aan.
Gebruik de '+' (C) en '-' (B) toetsen in elk display om de
temperatuur voor de geselecteerde zone in te stellen.
De temperatuur die u wilt instellen, stijgt met 1ºC of 1ºF
wanneer u één keer op de '+' knop (C) drukt en daalt met
1ºC of 1ºF wanneer u op de '-' knop (B) drukt. alleen de
knipperende zone kon worden aangepast
Temperatuurdisplay
Om de ingestelde temperatuur in beide zones op elk
gewenst moment te kunnen bekijken, dient u op de H-knop
te drukken, waarna de ingestelde temperatuur gedurende
5 seconden knipperend verschijnt.
Het display toont dan weer de huidige binnentemperatuur.
OPMERKING
Als u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt of
als u het na een lange periode van stilstand weer gaat
gebruiken, kunnen er verschillen optreden tussen de
gekozen temperatuur en de op het display weergegeven
temperatuur.
Dat is volkomen normaal en pas na een paar uur komen
beide temperaturen weer overeen.
Om overmatige condensatie te vermijden wanneer de
omgevingstemperatuur boven de 28°C ligt, mag de
temperatuur niet lager dan 7°C worden ingesteld.
BELANGRIJK
Nadat de stekker uit het stopcontact werd getrokken,
na het uitschakelen of na een stroomstoring is het
noodzakelijk om 5 minuten te wachten, voordat u het
apparaat weer inschakelt.
Temperatuuralarm
Het alarm klinkt en de temperatuurweergave knippert als:
•
de temperatuur in een van de zones boven of onder het
temperatuurbereik (5-20°C of 5-20°C) uitkomt.
•
als de temperatuur in het apparaat sterk afwijkt van
de ingestelde temperatuur na 7 uur gebruik (+/- 4°C).
Schakel het apparaat in.
•
er te veel voorwerpen tegelijk in het apparaat gelegd
zijn en de temperatuur in het apparaat sterk verschilt
(+/- 4°C) van de ingestelde temperatuur na 7 uur
gebruik:
•
de deur niet goed gesloten is.
Werking en bediening
Deuralarm
Als de deur langer dan 60 seconden niet correct wordt
gesloten, wordt een alarm geactiveerd.
Zodra de ingestelde temperatuur is bereikt, stopt het alarm
en het display knippert niet meer.
In geval van geluidsoverlast door het alarm kunt u dit ook
afzetten door één keer op de toets I te drukken. Het alarm
wordt gestopt.
De betreffende temperatuurweergave knippert verder,
totdat de ingestelde temperatuur is bereikt.
De weergave brandt dan constant en het alarmsysteem is
weer volledig actief.
Binnenverlichting
De binnenverlichting vergemakkelijkt het zicht op uw
wijnetiketten en ondersteunt de presentatie van uw
collectie.
Door de lichtknop
twee binnenverlichtingsmodi:
•
Functiemodus (standaard):
het licht gaat alleen aan als de deur geopend is, dit is
de zuinigste modus.
•
Vitrinemodus:
de verlichting brandt, ongeacht of de deur geopend is
of niet. Om deze continue lichtmodus uit te schakelen
en terug te keren naar de standaardmodus, dient u
nogmaals op de lichtknop
(J) aan te raken, schakelt u tussen
(J) te drukken.
NL
11