Siemens SPCP355 Manual De Instrucciones página 7

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 4
Zorg dat de netvoeding en batterij zijn losgehaald voordat u de SPCP355 op
het SPC-systeem vervangt of installeert. Houd u aan alle voorzorgsmaatregelen
om de vorming van statische energie te voorkomen als u werkt met connectoren,
draden, klemmen en printplaten.
EC-verklaring van conformiteit
Siemens Security Products verklaart hiermee dat dit product voldoet aan de
essentiële en andere relevante eisen volgens de richtlijn 2004/108/EG voor
elektromagnetische compatibiliteit (EMC).
De EC-verklaring van conformiteit is verkrijgbaar bij uw Siemens verkoopkantoor
of:
Siemens AB, Security Products
Englundavägen 7
SE-171 24 Solna
Zweden
Kennismaking met de SPCP355
De SPCP355 is een voedingseenheid in combinatie met een expander met 8
ingangen /2 die is ondergebracht in een G5-behuizing. De voedingseenheid heeft
twee 24 Ah- of twee 27 Ah-batterijen als reservevoeding en is voorzien van acht
voedingsuitgangen en vier logische uitgangen.
De uitbreiding bewaakt de voedingseenheid op overstroom, zekeringfouten,
stroomstoringen, communicatiefouten en batterijproblemen. De uitbreiding
ontvangt rechtstreeks stroom en gegevens van de voedingseenheid via een
connectorkabel en communiceert via de SPC X-BUS met de SPC-controller.
Afb. 1 toont de voedingseenheid en de I/O-uitbreiding (in grijs gemarkeerd).
Afb. 1: Voedingseenheid en uitbreiding
Voedingseenheid
1. Ingang netstroom/zekeringblok
2. Ingangstransformator
3. AC IN: AC-voedingsingang
4. MAINS: Netvoeding-LED (zie Appendix A: LED-status)
5. BATT1: Batterij 1 laadstatus-LED (zie Appendix A: LED-status)
6. BATT2: Batterij 2 laadstatus-LED (zie Appendix A: LED-status)
7. FUSE: Zekeringfout-LED (zie Appendix A: LED-status)
8. LIMIT: Stroomlimiet-LED (see Appendix A: LED-status)
9. STATUS: Status-LED (see Appendix A: LED-status)
10. A2: 14,5V voedingsuitgang - geen batterij als reservevoeding. Beveiligd
door PTC herstellende zekering, nominale spanning 300 mA (Afb. 1, punt
23) Levert voeding voor NF-goedgekeurde sirenes.
11. A1: Wordt niet gebruikt voor SPCP355.
12. COMM1: Uitbreiding 4-pins interface: aansluiting met punt 32, voedings-
en gegevensconnector, met een directe kabel.
13. Referentieklok. Wordt niet gebruikt voor SPCP355.
14. T1, T2: Ingangen sabotageschakelaar. Bevestig een koppeling over de
ingangen op dit blok als geen sabotageschakelaars worden gebruikt.
15. Sabotageschakelaar voor/achter (zie ook Afb. 10, punt 3).
16. NO/NC: Configureerbare NO/NC logische relaisuitgang (zie paragraaf
Bedrading van uitgangen).
17. Glazen zekeringen (400 mA T) voor uitgang 1 - 8.
18. OP 6 - 8 en SW 6 - 8: Gecombineerde voedingsuitgangen (OP) en
logische uitgangen (SW). Standaard 12V DC voedingsuitgangen (gelijk
aan punt 19 hieronder) gecombineerd met configureerbare open-drain
logische uitgangen (4K7 EOL bewaakt/niet-bewaakt).
19. OP 1 - 5: Standaard 12V DC voedingsuitgangen.
WAARSCHUWING: De totale bedrijfsstroom die wordt gebruikt door alle
12V DC uitgangen (OP 1 – 8) plus COMM1 (Afb. 1, punt 12) mag niet meer
zijn dan 2,4 A. Elke individuele uitgang en uitgang A2 (Afb. 1, punt 11) mag
300mA niet overschrijden. Als het apparaat meer dan 300mA nodig heeft,
wordt aanbevolen de uitgangen parallel te schakelen zoals getoond in Afb.
11 Voedingsuitgangen (OP 1 – OP 5) en Afb. 12 Gecombineerde
voedingsuitgangen en logische uitgangen (SW 6 - 8).
20. BTE 2: Batterij 2 ingang temperatuurbewaking.
21. BATT1 en BATT2: Connectoren voor batterij 1 en 2.
22. BTE 1: Batterij 1 ingang temperatuurbewaking.
23. PTC-zekeringen: Nominaal 300 mA (beschermt uitgang A2 en A1, Afb. 1,
punt 10, 11). Zie de paragraaf over Systeemherstel.
24. PTC-zekering: Nominaal 5 A (beschermt Afb. 1, punt 3). Zie de paragraaf
over Systeemherstel.
25. Voedingseenheid kickstart-schakelaar. Zie de paragraaf over
Systeemherstel.
Uitbreiding
26. NO/NC: Logische relaisuitgangen. De uitbreiding is voorzien van twee
configureerbare NO/NC logische relaisuitgangen (zie paragraaf Bedrading
van uitgangen) voor gebruik in het SPC-systeem.
27. I 1 – 8: Ingangen. De uitbreiding heeft 8 geïntegreerde zone-ingangen die
kunnen worden geconfigureerd als zones voor inbraakalarm op het SPC-
systeem (zie paragraaf Bedrading van uitgangen).
28. Hulpvoeding (12V): Niet gebruiken.
29. X-Bus ingangsvermogen. Niet gebruiken. De uitbreiding wordt gevoed
via COMM1 - Afb. 1, punt 12.
30. X-Bus-interface: De communicatiebus verbindt uitbreidingen op het SPC-
systeem.
31. Afsluitjumper: Deze jumper is standaard geplaatst. Zie voor meer
informatie de paragraaf Bedrading van X-BUS-interface.
32. Voedingseenheid 4-pins interface: aansluiting met Afb. 1, punt 12,
voedings- en gegevensconnector, met een directe kabel.
33. Sabotageschakelaar voor. (Wordt niet gebruikt).
34. Overbrugging sabotage voorzijde [JP1]. Overbrugging moet zijn
geplaatst.
35. Zoemer. De zoemer wordt geactiveerd om de uitbreiding te lokaliseren
(zie SPC Installatie- en configuratiehandleiding).
36. Overbrugging sabotage achterzijde [JP6]. Moet zijn geplaatst voor alle
uitbreidingen in de behuizing.
37. Schakelaars voor handmatige adressering. Met de schakelaars kan de
ID van elke uitbreiding in het systeem handmatig worden ingesteld.
38. X-BUS status-LED. De LED geeft de status van de X-BUS aan als het
systeem in de volledige engineermodus is, zoals volgt:
LED-status
Knippert langzaam
(ongeveer elke 1,5 seconde)
Knippert snel
(ongeveer elke 0,2 seconde)
39. LED: niet gebruikt
40. Voedingseenheid status-LED
Bewaakte uitgangen (Afb. 5)
Zie Afb. 5
1 Standaard 12V DC voedingsuitgang
2 Configureerbare, bewaakte 12V DC logische (geschakelde) uitgang
De Voedingseenheid ondersteunt drie open-drain logische uitgangen die kunnen
worden bewaakt voor sabotagedetectie. De uitgang voor sabotagedetectie wordt
ingesteld in de SPC-configuratie. Om een uitgang te bewaken op sabotage, moet
een logische uitgang worden afgesloten met een 4K7 End Of Line-weerstand die
parallel wordt geschakeld met het te voeden apparaat (bijvoorbeeld een
buitensirene) zoals getoond in Afb. 5, punt 2. Een power diode (bijvoorbeeld
1N4001 of gelijkwaardig) is ook vereist als deze niet aanwezig is in het externe
apparaat.
Sabotagedetectie op de uitgang werkt alleen als de uitgang inactief is in
de ruststand.
De batterijen plaatsen
Als u twee batterijen in de G5-behuizing plaatst, wordt aanbevolen
twee batterijen van hetzelfde type met hetzelfde vermogen te
gebruiken.
Afb. 9: Onderdelen van SPCP355
1
Batterij
2
Batterijband
3
Klemmen
4
Openingen voor band
5
Batterijdraden
6
Draden voor batterijtemperatuur
7
Voedingseenheid /uitbreiding
8
Posities van optionele uitbreidingen
Plaats de batterijen in het batterijvak.
Zet elke batterij in de behuizing vast met een batterijband. Voer de band
door de openingen voor de batterijband (Afb. 9, punt 4) aan de achterzijde
van het batterijvak en rond de batterij zodat de twee uiteinden van de band
zich aan de voorzijde van de batterijen bevinden.
Zet de twee uiteinden van de band stevig vast met de Velcro-strip. Zorg dat
de band strak rond de batterij ligt.
Sluit de draden van de voedingseenheid aan op de batterijklemmen + (rood)
en – (zwart) terminals. (Afb. 9, punt 5)
WAARSCHUWING: Sluit wanneer u een batterij installeert altijd eerst de
positieve (+) draad aan op de batterij en daarna de negatieve (-) draad.
Maak wanneer u een batterij verwijdert altijd eerst de negatieve (-) draad los
en daarna de positieve (+) draad.
Batterijspanning testen
De Voedingseenheid controleert het laadniveau van elke batterij door een
belastingsweerstand over de accuklemmen te plaatsen en de resulterende
spanning te meten en garandeert zo dat de batterijspanning in lasttoestand niet
significant daalt. De accutest wordt om de 5 seconden uitgevoerd.
Bescherming tegen diepontlading
Als de SPCP355 door een stroomstoring langere tijd geen netstroom krijgt, kan
elke batterij de Voedingseenheid 12V DC uitgangen beperkte tijd van stroom
voorzien. De batterijen ontladen zichzelf uiteindelijk.
Om te voorkomen dat een accu onherstelbaar wordt beschadigd, gebruikt de
Voedingseenheid geen stroom meer van de accu als de uitgangsspanning van de
accu 10,5V DC bereikt. Als de netspanning hersteld is, wordt de batterij terug
opgeladen.
Bedrading van X-Bus-interface
De X-Bus-interface verbindt de uitbreidingen en bediendelen met de SPC-
controller. Er zijn verschillende typologieën mogelijk voor de X-bus. Welke wordt
gekozen, is afhankelijk van de vereisten van de installatie.
Opmerking: maximale kabellengte van het systeem = aantal uitbreidingen en
bediendelen in het systeem x maximumafstand voor kabeltype.
Kabeltype
CQR-standaardalarmkabel
UTP-categorie: 5 (massieve kern)
Belden 9829
Omschrijving
De X-BUS-communicatiestatus is OK.
Geeft de laatste uitbreiding op de lijn aan
voor kanaalconfiguraties of geeft een
communicatieprobleem aan tussen twee
aangrenzende uitbreidingen in een
lusconfiguratie.
Afstand
200 m
400 m
400 m
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido