Informatie van het voorbeeld
De locomotieven van de serie S 3/6 behoren tot de bijzonder
geslaagde constructies in de spoorweggeschiedenis. De
machines bewezen zich niet alleen uitstekend in Beieren,
maar ook in het hoogwaardige lange afstandsverkeer buiten
de Duitse landsgrenzen.
Op basis van de goede ervaringen met de later als BR 18.4
omgenummerde locomotief, gaf de Deutsche Reichsbahn in
de jaren 1923 tot 1930 opdracht aan Maffei en Henschel voor
het leveren van meerdere machines. Deze kregen eerst het
type S 3/6 toegewezen en dat werd later BR 18.5.
Bij deze bouwserie viel niet langer de aangepunte keteldeur
in het oog, maar juist het front van het machinistenhuis. Dat
verleende deze machine, samen met de langere ketel, een
geheel ander uiterlijk. Het vermogen kon verhoogd worden
tot 1830 PK.
In de vijftiger jaren werd een groot deel van de machines in
het kader van modernisering voorzien van nieuwe ketels en
machinistenhuizen. De niet gemoderniseerde S 3/6 werden
buiten dienst gesteld. Alleen de 10 505 bleef nog tot 1967
bij de LVA Minden in dienst en werd in 1969 buiten dienst
gesteld. Deze loc kan in het spoorwegmuseum Neustad/
Weinstrasse bewonderd worden.
4