Page 24
MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV
Gids voor de installateur
8.
Haal de kabels voor de elektriciteitsaansluitingen door het
speciale gat in de basis van de apparatuur, en gebruik
daarbij de bijgeleverde kabelklem.
9.
Sluit de elektriciteitkabels aan op de elektronische bedie-
ningsapparatuur overeenkomstig de instructies van de
apparatuur.
1) Sluit de aardingskabel van de installatie aan.
2) De aandrijving wordt geleverd voor een installatie die,
van binnenuit gezien, de poort sluit naar de rechterkant
van de aandrijving (fig. 5) In geval van een links sluitende
poort moeten de voedingskabels van de motor en van de
magnetische sensor worden omgedraaid, zie instructies
elektronische apparatuur.
3.3. MONTAGE VAN DE TANDHEUGEL
1.
Maak de tandheugel gereed (leverbaar op verzoek), met
de bijgeleverde schroeven TE M8 x 25 en vast te lassen
afstandsstukken, zoals in fig.9. Om te voorkomen dat de
afstandsstukken op de poort worden gelast zijn er holle
afstandsstukken verkrijgbaar met bevestigingsschroeven TE
M8 x 50.
Het is raadzaam de bevestigingsschroeven van de tan-
dheugel vast te zetten in de bovenkant van het gat. Vanuit
positie kan de tandheugel naar boven worden verplaatst
wanneer in de loop der tijd de poort neigt te zakken.
2.
Ontgrendel de aandrijving (zie paragraaf 7).
Zet de vleugel met de hand helemaal open.
3.
4.
Zet het eerste element van de tandheugel op het rondsel ter
hoogte van het eerste afstandsstuk (fig. 10).
5.
Bevestig het element van de tandheugel met een klem op
de vleugel (fig 10).
6.
Schuif de vleugel met de hand verder dicht tot hij bij het
derde afstandsstuk van de tandheugel komt, en zet hem
vast met een laspunt.
7.
Soldeer de drie afstandsstukken definitief op de poort. Om
de andere elementen van de tandheugel die nodig zijn om
de poort helemaal te sluiten op correcte wijze te bevestigen,
moet als volgt worden gehandeld:
a–
Zet een ander element van de tandheugel naast het laatste
bevestigde element, en gebruik daarbij een stuk van de
tandheugel om de tanden van de twee elementen op
elkaar af te stemmen (fig. 11).
b–
Schuif de vleugel langzaam met de hand verder dicht tot hij
met het derde afstandsstuk van het te bevestigen element
bij het rondsel komt (fig. 11).
Controleer of, als u van boven naar de motor kijkt, alle ele-
menten van de tandheugel midden op de tanden van het
rondsel komen. Als dat niet het geval is, pas dan de positie
van de motorreductor aan.
c–
Las de drie afstandsstukken van het element vast (fig. 11).
a) De elementen van de tandheugel mogen absoluut niet op
de afstandsstukken, noch aan elkaar worden vastgelast.
b) Gebruik absoluut geen vet of andere smeermiddelen
tussen het rondsel en de tandheugel.
d–
Voor een correcte speling tussen het rondsel en de tandheu-
gel moet de motorreductor 1,5 mm lager worden gezet door
aan de steunmoeren van de basisplaat te draaien. Zet, na
het afstellen, de bevestigingsmoeren van de aandrijving
altijd goed vast.
Bij een nieuw te installeren poort moet deze speling (fig 12)
een aantal maanden na installatie worden gecontro-
leerd.
e–
Controleer met de hand of de poort vrij helemaal kan
worden geopend, en of de vleugel gelijkmatig en zonder
haperingen beweegt
3.4. PLAATSEN VAN MAGNETEN EINDSCHAKELAARS
De aandrijving is uitgerust met een magnetische eindschakelaar,
die de motor van de poort het commando geeft te stoppen op
het moment waarop de magneet, die in het bovenste deel van
de tandheugel is bevestigd, de sensor activeert. De bij de aan-
drijving geleverde magneten hebben een specifieke polariteit,
en schakelen slechts één contact van de sensor in, het contact
voor het sluiten of die voor het openen. Op de magneet die het
contact voor het openen van de poort inschakelt is een open slot
afgebeeld, en omgekeerd, op de magneet die het contact voor
het sluiten van de poort activeert staat het symbool van een ge-
sloten slot. VVoor de correcte werking van de besturingseenheid
VVoor de correcte werking van de besturingseenheid
moet de magneet met het open slotje vlakbij de openingsrand
van de poort worden gezet, en andersom, de magneet met het
gesloten slotje moet vlakbij de sluitingsrand van de poort staan,
zie de figuren 13 en 14.
Handel als volgt om de twee magneten van de eindschakelaar
op correcte wijze te op hun plaats te zetten:
1.
Assembleer de twee magneten zoals aangegeven in figuur
13 en 14.
2.
Zet de aandrijving op handmatige bediening, zie paragraaf
7, en schakel de voeding naar het systeem in.
Open de poort met de hand tot ongeveer 40 mm van de
3.
mechanische eindaanslag voor het openen.
4.
Schuif de magneet met het open slot over de tandheugel
in de openingsrichting, zie figuur 15. Schuif, zodra de led van
de eindschakelaar voor het openen op de kaart dooft, de
magneet nog 10 mm verder en zet hem voorlopig vast met
de speciale schroeven.
5.
Herhaal de handelingen vanaf punt 3 met de magneet voor
het sluiten.
6.
Vergrendel opnieuw het systeem (zie paragraaf 7).
Vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort
niet met de hand kan worden bewogen.
7.
Geef het commando voor een complete cyclus om te con-
troleren of de eindschakelaars goed werken.
- Om te voorkomen dat de aandrijving beschadigd raakt en/
of de werking van het automatische systeem wordt onder-
broken, moet ongeveer 40 mm afstand worden gehouden
van de mechanische eindaanslagen ter beveiliging.
- Controleer aan het einde van de manoeuvre, zowel die voor
opening als die voor sluiting, of het bijbehorende contact
actief blijft (led uit).
8.
Wijzig de positie van de magneten en zet ze definitief vast.
4. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN
Sluit de aardingsdraad van de voedingslijn aan op de bevesti-
gingsschroeven van de houder van de kaart, zoals aangeduid
in fig. 16.
5. INBEDRIJFSTELLING
1.
Programmeer de elektronische apparatuur naar eigen wen-
sen volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
2.
Schakel de voeding naar het systeem in, en controleer de
toestand van de leds zoals in de tabel in de gebruiksaanwij-
zing van de elektronische apparatuur.
3.
Zet, na het automatische systeem te hebben getest (par. 6),
de beschermingskap op de aandrijving met behulp van de
bijgeleverde schroeven zoals aangeduid in fig. 17.
6. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Controleer vervolgens of het automatische systeem en alle daa-
rop aangesloten accessoires goed werken.
Geef de klant de pagina "Gebruikersgids" en toon hoe het
automatische systeem moet werken en hoe hij moet worden
gebruikt.
7. HANDBEDIENDE WERKING
Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de
stroom is uitgevallen of omdat het automatische systeem niet
goed werkt, dient het ontgrendelingmechanisme te worden
gebruikt, en wel als volgt:
•
Schakel de voeding naar het systeem uit.
•
Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling met de
wijzers van de klok mee tot deze blokkeert (Fig. 18 ref. a).
•
Trek aan de hendel zoals aangeduid in fig. 18 ref. b.
•
Beweeg de poort met de hand.
Handel als volgt om de normale werking te herstellen:
•
Schakel de voeding naar het systeem uit.
•
Zet de poort ongeveer half open.