Veiligheidsvoorschriften; Bedieningsvoorschriften; Veiligheidsindicaties; De Motor Starten - Textron JACOBSEN AR3 Instrucciones De Instalación

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 99
2

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Door dit veiligheidssymbool worden belangrijke
veiligheidsmeldingen in dit handboek aangegeven. Als u
dit symbool ziet, wees u dan bewust van fysieke risico's.
Altijd de bijbehorende instructies goed lezen en ook
andere bedieners op de hoogte brengen.

2.1 BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN

Zorg ervoor dat alle machinebedieners de
voorschriften in dit boek lezen en volledig begrijpen.
Machinebedieners mogen deze machine pas
bedienen wanneer ze alle bedieningsinrichtingen
en veiligheidsprocedures kennen.
Nooit kinderen of mensen die niet bekend zijn met
deze instructies, deze machine laten gebruiken.
Het is mogelijk dat door plaatselijke wettelijke
bepalingen wordt gesteld dat personen onder een
bepaalde leeftijd, deze machine niet mogen
gebruiken.

2.2 VEILIGHEIDSINDICATIES

Het is essentieel dat alle veiligheidsetiketten goed
leesbaar blijven. Als dergelijke etiketten niet
aanwezig zijn, of onleesbaar worden, dan moeten
die altijd worden vervangen. Als een onderdeel van
de machine wordt vervangen, waarop oorspronkelijk
een veiligheidsetiket was aangebracht, een dergelijk
etiket ook altijd weer aanbrengen op het nieuwe
onderdeel. Nieuwe veiligheidsetiketten kunnen
worden aangevraagd bij Ransomes-dealers.

2.3 DE MOTOR STARTEN

Controleer, voordat de motor wordt gestart, of de
remmen zijn aangehaald, de aandrijfmechanismen
in de neutrale stand staan, de beveiligingsmiddelen
zijn aangebracht en intact zijn en er geen omstanders
in de buurt van de machine staan.
Start de motor niet in een gebouw zonder goede
ventilatie.

2.4 DE MACHINE BESTUREN

Controleer, voordat de machine wordt verplaatst, of
alle onderdelen goed functioneren. Let daarbij vooral
op de remmen, de banden, de stuurinrichting en de
beveiliging van snijcilinders.
Defecte dempers vervangen. Uitsluitend maaien bij
daglicht of als goed kunstlicht beschikbaar is.
Neem altijd de verkeersvoorschriften in acht, zowel
op openbare wegen als elders. Blijf altijd alert. In de
buurt van wegen of gedurende het oversteken van
wegen, altijd letten op andere weggebruikers.
Voordat over andere oppervlakken dan gras wordt
gereden, de maaibladen altijd stilzetten.
Denk eraan dat sommige mensen doof of blind zijn
en dat kinderen en dieren onvoorspelbaar kunnen
reageren.
NL-2
INSTALLATIE-INSTRUCTIES TOPS
Houd een rijsnelheid aan die laag genoeg is om te
allen tijde en onder alle omstandigheden een
effectieve en veilige noodstop te kunnen maken.
Verwijder of vermijd obstakels in het gebied dat
wordt gemaaid, om te voorkomen dat uzelf en/of
omstanders letsel oplopen.
Let extra goed op obstakels en/of omstanders
wanneer de machine achteruitrijdt.
passagiers meevoeren.
Nooit vergeten dat de bediener of gebruiker
verantwoordelijk blijft voor ongevallen of risico's
waaraan andere personen of hun eigendommen
kunnen worden blootgesteld.
Als de machine wordt geparkeerd, opgeslagen of
onbewaakt wordt achtergelaten, de maaieenheid
altijd laten zakken tenzij de transport-vergrendeling
wordt gebruikt.
Gedurende het maaien, altijd stevig schoeisel en
een lange pantalon dragen. De uitrusting nooit op
blote voeten bedienen. Ook nooit open sandalen
dragen.
De grasopvangbak regelmatig controleren. Altijd
letten op tekenen die wijzen op slijtage of
beschadiging. Als een voorwerp wordt geraakt,
altijd een controle uitvoeren. De
controleren op tekenen die wijzen op beschadiging.
Vóór het starten of bedienen van de machine altijd
eerst de noodzakelijke reparaties uitvoeren.
Als de machine zeer sterk gaat trillen, altijd
onmiddellijk controleren.

2.5 DE MACHINE VERVOEREN

Zorg ervoor dat de maaieenheden stevig zijn
vergrendeld in de transportstand. Vervoer de machine
niet met een draaiende maai-inrichting.
Let bij het vervoer van de machine op d e conditie van
het wegdek, hellingen en plaatselijke oneffenheden.
2.6 HET VERLATEN VAN DE
BESTUURDERSPLAATS
Parkeer de machine op een horizontaal vlak.
Alvorens de bestuurdersplaats te verlaten, moet de
motor worden stilgezet en dient u zich ervan te
overtuigen dat alle bewegende delen stationair zijn.
Trek de parkeerrem aan en ontkoppel alle
aandrijvingen. Verwijder de contactsleutel.

2.7 HELLINGEN

WEES EXTRA VOORZICHTIG TIJDENS HET WERKEN
OP HELLINGEN
Plaatselijke terreingolving en -verzakking veranderen
de globale hellingshoek Vermijd bodemom-
standigheden die verschuiving van de machine
kunnen veroorzaken.
Op hellingen en bij het nemen van nauwe bochten
moet met lage snelheid worden gereden.
JACOBSEN AR3/TR3
NOOIT
maaimachine
loading

Este manual también es adecuado para:

Jacobsen tr3