• Wanneer er gewerkt wordt in gebieden met
een hoge temperatuur, is het raadzaam de
handen te beschermen door handschoe-
nen te dragen.
• Oververhitte vetten en oliën kunnen op
hete platen gemakkelijk ontvlammen!
De bereiding van voedsel dat vet en olie
bevat moet daarom altijd onder toezicht
plaatsvinden.
• Gooi bij brand geen water rechtstreeks op
het apparaat, maar gebruik de daarvoor
bestemde veiligheidsmiddelen die zich in
het vertrek bevinden (brandblussers).
• De temperaturen die voor de voedselbe-
reiding vereist zijn, kunnen onvermijdelijke
oververhitting van afdekkingen, bekleding
e.d. veroorzaken. Dit is geen constructie-
fout maar vloeit voort uit het feit dat ro-
estvrij staal een warmtegeleider is. Om
deze reden is het belangrijk om bedacht
te zijn op gevaar voor brandwonden.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als
het glas aan de bovenzijde gebarsten is.
• Als er barsten in het oppervlak zitten,
moet het apparaat onmiddellijk worden
losgekoppeld van het voedingsnet en
moet de technische assistentiedienst wor-
den gebeld.
• Stoot er niet tegen met spatels, priemen,
grote vorken, pollepels of andere starre
voorwerpen, want daardoor zou het glas
onherstelbaar kunnen worden bescha-
digd.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
zonder rooster en blad.
• Het rooster en het blad mogen niet wor-
den gebruikt om voorwerpen op te leggen
voor het schoonmaken van groente, het
platslaan van vlees of andere handelingen
die niet nauw verband houden met de di-
recte bereiding zonder gebruik van instru-
menten.
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
Apparaat met hete oppervlakken!
• Dit apparaat is bestemd voor het bereiden en verwarmen van
voedingsmiddelen. Het thermische deel bestaat uit infrarode
verwarmingselementen aan de bovenkant van het apparaat.
6
Aangezien dit deel beweegbaar is, kan de intensiteit van de
hitte waarmee het voedsel wordt bereid worden geregeld
door de warmtebron dichter bij of verder af van de voeding-
smiddelen te plaatsen.
• In stand-by brandt de spanningsindicator; door op de AAN/
UIT-knop te drukken wordt het apparaat ingeschakeld.
Het apparaat kan op twee standen werken: BEREIDING –
WARMHOUDEN.
• In de BEREIDING-functie kan op drie manieren worden
gewerkt:
-alleen de middelste weerstanden (-0-)
- alleen de weerstanden aan de zijkanten (0-0)
- alle weerstanden ingeschakeld (000)
• De WARMHOUD-modus (HOLD) dient om zojuist bereid vo-
edsel op temperatuur te houden; het apparaat activeert de
stralingselementen op een geprogrammeerde manier. De
functie heeft zeven selecteerbare vermogensniveaus. Van-
wege de vormgeving met drie open zijden van dit type appa-
raat kan de warmhoudtemperatuur worden geconditioneerd
door externe factoren.
GEBRUIK
TOETSEN (Zie afb.1)
SW1. START/STOP-toets
Met de kaart op STAND-BY:
• door één keer drukken wordt de geselecteerde cyclus ge-
start/gestopt.
• door één seconde lang indrukken wordt de cyclus gedese-
lecteerd.
SW2. MODE-toets
Met de kaart op STAND-BY:
• door één keer drukken kan een handmatige cyclus worden
geselecteerd.
SW3. TOENAME-toets
• verhoogt een waarde op het display.
SW4. AFNAME-toets
• verlaagt een waarde op het display.
SW5. PROGRAMMA-toets
Met de kaart op STAND-BY:
• door één keer indrukken kan een programma worden gese-
lecteerd.
• door vier seconden lang indrukken kan een programma wor-
den opgeslagen in het geheugen.Met de kaart op ON:
• door één keer indrukken kan het nummer van het geselecte-
erde programma vijf seconden lang worden weergegeven.
SW6. AAN/UIT-toets
• door één seconde indrukken kan de kaart in- of uitgescha-
keld worden.
DISPLAY
• Geeft drie liggende streepjes weer of het label van de geko-
zen modus of het gekozen programmanummer.
• Geeft de aftellende tijd weer voor de tijdgeschakelde modus
of het verwarmingsvermogen voor de warmhoudmodus.