6. INSTALLATIE
4
2
1
3
5
6
8
7
Het is altijd goede regel de pomp zo naast mogelijk bij de op te pompen vloeistof te plaatsen.
De pomp moet alleen in horizontale stand geplaatst worden.
De interne diameter van de buizen mag nooit kleiner zijn dan die van de pers- en aanzuigaansluiting van de
elektropomp. De pomp is uitgerust met een filter (1) en terugslagklep (5).
Voor diepte opzuiging boven de vier meter of met aanzienlijk horizontale trajecten,het is de toepassing van een
opzuigingsbuis aan te raden van grotere diameter dan diegene van de pomp opzuigingsmond. Om de vorming van lucht
zakken in de opzuigingsbuis te voorkomen, een kleine positieve helling bij de opzuigingsmond naar de elektropomp te
rekenen. Afb.2
Indien de aanzuigbuis vervaardigd is in rubber of in een flexibel materiaal, moet u steeds controleren dat dit versterkt is
en vacuumbestendig, om te vermijden dat deze zou vernauwen ten gevolge van de aanzuiging.
Bij vaste installaties raden wij aan een afsluitklep te installeren zowel op de aanzuig- als persaansluiting, zodat de
stroomopwaartse en/of stroomafwaartse lijn van de pomp kan worden afgesloten voor onderhouds- en schoonmaak
interventies, of gedurende periodes waarin de pomp niet wordt gebruikt.
De pomp is aan de ingang uitgerust met draaibare aansluitingen, (3) en (4), voor een eenvoudige installatie.
Indien u tuinslangen wenst te gebruiken is een bochtstuk fig.1 vereist en de tuinkit bestaande uit een slang in PE en een
kit voor aansluiting van het spruitstuk (niet bijgeleverd, maar afzonderlijk aan te kopen).
In omstandigheden met aanwezigheid van onzuiverheden van kleine afmetingen raden wij aan om buiten de
geïntegreerde filter (1) ook een filter te plaatsen aan de pompingang, geïnstalleerd op de aanzuigbuis.
•
De motor mag niet te vaak opstarten per uur: wij raden strikt aan het maximum aantal van 20 starten/uur niet te
overschrijden.
De diameter van de aanzuigbuis moet groter of gelijk zijn aan de diameter van de aansluitmond van de
elektropomp, zie Tabel 3.
7. ELEKTRISCHE AANSLUITING
Zich verzekeren dat de netspanning met datgene oveenkomt die op het motor naamplaatje is aangegeven en
dat het mogelijk is EEN GOEDE AARD VERBINDING TOT STAND TE BRENGEN. Respecteer de
aanduidingen op het typeplaatje en in deze handleiding, tabel 3.
De lengte van de voedingskabel van de pomp beperkt de installatie-afstand. Bij gebruik van
verlengstukken moet u controleren dat deze van hetzelfde type zijn (bv. H05 RN-F of H07 RN-F
afhankelijk van de installatie) zie tab.3.
8. STARTEN
Start de pomp niet op zonder dat zij volledig gevuld is met vloeistof (circa 4 liter).
Trek de stekker onmiddellijk uit het stopcontact wanneer de vloeistof op is, om de pomp uit te schakelen. Vermijd een
droge werking.
1.
Alvorens de pomp op te starten moet u ervoor zorgen dat ze correct aanzuigt. Verwijder de transparente vuldop
van de filter (1) met uw handen of met het bijgeleverde accessoire en vul de pomp met zuiver water via de
specifieke opening. Deze handeling is van groot belang voor een perfekte pomp functionering, onmisbaar om
de mechanische houding gesmeerd te houden. Een droge functionering brengt onherstelbare schade aan
de mechanische houding.
2.
De vuldop moet vervolgens correct worden vastgedraaid tot aan de stop (1).
NEDERLANDS
1 Voorfilter
2 Ontluchtingsdop.
9
3 Draaibare aanzuigaansluiting
4 Persaansluiting
5 Geïntegreerde terugslagklep/Afvoerdop
6 Manometer
7 Antitrilvoetjes in rubber
(Het model D-Boost 650 omvat niet de rubberen voetjes)
8 Tank van 18 l.
9 Drukschakelaar
De elektropomp moet geïnstalleerd worden op een plaats beschermd tegen
weer en wind, bij een temperatuur van maximum 40°C.
De pomp is uitgerust met antitrilvoetjes. Bij vaste installatie kunnen deze
worden verwijderd en kan de pomp verankerd worden aan de steunbasis (7).
Vermijd
pompaansluitingen (3) en (4), om omvormingen of schade te vermijden.
dat
de
buizen
grote
83
belastingen
overbrengen
naar
de