Installatie Van Het Product; Elektrische Aansluitingen - Nice Nemo SRT Instrucciones Y Advertencias Para La Instalación Y El Uso

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 26
blootstelling van de regensensor aan de regen toe-
staan.
• Doordat het sensorlichaam soepel en richtbaar is, kan
het product ook worden bevestigd op een hellend op-
pervlak. De limietwaarden voor de hellingshoek wor-
den vermeld in de Snelstartgids (stap 1 - fase 1).
• Controleer of het voor de installatie gekozen opper-
vlak van stevig materiaal is dat een stabiele bevesti-
ging kan verzekeren.
• Controleer of de sensor opgesteld is op een plaats
waar hij beschermd is tegen accidentele schokken.

3 - INSTALLATIE VAN HET PRODUCT

Om het product te installeren, dient u de verschillende
onderdelen ervan te bevestigen volgens de nummer-
volgorde vermeld in de Snelstartgids (stap 1). Oriën-
teer het sensorlichaam tot slot zoals weergegeven in de
Snelstartgids (stap 1 - fase 1). Voor het model WSRT:
controleer of de bladen van de windsensor horizontaal
staan (Snelstartgids - stap 1 - fase 18).

4 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN

LET OP!
• De definitieve aansluiting van de inrichting op de
netvoeding mag uitsluitend worden uitgevoerd
door een ervaren en gekwalificeerde elektricien,
in overeenstemming met de plaatselijk geldende
en in deze handleiding vermelde veiligheidsvoor-
schriften.
• Een verkeerde aansluiting kan storingen of ge-
vaarlijke situaties veroorzaken; u dient daarom
de aangegeven aansluitingen nauwgezet aan te
houden.
Realiseer de elektrische aansluitingen zoals aangegeven
in de Snelstartgids (stap 1 - fase 10-11-12-13-14).
Ten slotte, verstrekken de voeding naar de sensor. Op-
merking – de Led "L1" zendt een opeenvolging van
flitsen gekleurd:
• WSRT-sensor = kleuren rood > oranje > groen >
rood
• SRT-sensor = kleuren oranje > groen > rood
5 - OPSLAG VAN DE SENSOR IN DE ONTVAN-
GER VAN DE MOTOR
Net als voor eender welke andere ontvanger is het ook
voor deze klimaatsensor noodzakelijk de radiocode er-
van op te slaan in de ontvanger van de motor die moet
worden aangestuurd, zodat de sensor "via radio" in-
structies kan verzenden. Om de sensor op te slaan,
dient u de procedure "Modus I", beschreven in de hand-
leiding van de buismotor of van de bijbehorende ontvan-
ger, te volgen. Als alternatief is het ook mogelijk de vol-
gende opslagprocedure te gebruiken.
• Procedure voor opslag van volgende zenders
wanneer er reeds een zender is opgeslagen
Waarschuwing – Deze procedure (Snelstartgids - stap
2) kan alleen worden gebruikt als er in de buismotor al
één of meer radiocodes zijn opgeslagen.
01. Let op! – Controleer dat de trimmers "Zon" en
"Wind" (als deze laatste aanwezig is) niet ingesteld
staan op de "Test"-waarde. Ze eventueel draaien
om in te stellen op een andere waarde.
02. Houd gedurende 10 seconden de toets "P1" van de
nieuwe sensor die moet worden opgeslagen, ingedrukt.
03. Druk 3 maal (langzaam) op de toets van een oude
zender die al opgeslagen is in de motor.
04. Druk opnieuw op de toets "P1" van de sensor die
moet worden opgeslagen en controleer of de mo-
tor 3 signaleringen geeft(*) (= opslag gerealiseerd).
Waarschuwing – Als het geheugen vol is, geeft de
motor 6 signaleringen(*) die aangeven dat het niet
mogelijk is om de nieuwe sensor op te slaan.
(*) Opmerking – De signaleringen kunnen geluiden
(pieptoon) of korte bewegingen zijn (afhankelijk van het
model van de motor).
• Controle op het al dan niet opslaan van de sensor
01. Schakel de elektrische voeding naar de motor uit;
wacht 2 seconden en schakel de voeding opnieuw in.
02. Regel een manoeuvre en druk tijdens de uitvoering
ervan op de toets P1 (geel) van de sensor. Contro-
leer vervolgens of de motor het manoeuvre onmid-
dellijk stopzet (= sensor opgeslagen).
6 - IJKEN VAN DE SENSOREN
Na de opslagprocedure moeten de sensoren geijkt wor-
den; volg daartoe de volgende procedures.
Opmerking m.b.t. de procedures – Wanneer de trim-
mer ingesteld is op de "Test"-functie, stelt het systeem
de drempel van de sensor in op het minimum, zodat
deze laatste in real time op de gebeurtenissen reageert,
zonder rekening te houden met de voorziene wachttij-
den voor gewone werking. Dit laat een snelle controle
van het gedrag van het systeem toe.
• IJken van de zonsensor (Snelstartgids - stap 3)
01. Draai de trimmer "Zon" tegen de wijzers van de klok
in tot hij in de stand "Test" staat.
02. Zorg ervoor dat de zonsensor verlicht wordt door
het intense zonlicht; is de hemel sterk bewolkt, ge-
bruik dan een lamp. De intensiteit van het licht moet
in ieder geval minstens 1 Klux bedragen.
03. Controleer of de motor na 2 seconden een instruc-
tie verstuurt om de zonwering te laten zakken en of
de groene Led achtereenvolgens een aantal maal
kort knippert (= overschrijding van de drempel).
04. Vervolgens verduistert u de zonsensor met de hand
of met een zwarte ondoorzichtige doek en contro-
leert u: a) of de Led achtereenvolgens een aantal
maal kort afwisselend rood en groen knippert (=
einde drempeloverschrijding); b) of de sensor een
'Omhoog'-instructie stuurt naar de motor.
05. Verwijder uw hand of de doek die u hebt gebruikt
om de sensor te verduisteren.
06. Draai de trimmer "Zon" tot slot met de wijzers van
de klok mee tot de gewenste waarde(*), buiten de
"Test"-zone.
(*) - Deze waarde kan nadien ook gewijzigd worden aan
de hand van de procedure en de informatie vermeld in
Hoofdstuk 7.
• IJken van de regensensor (Snelstartgids - stap 4)
Waarschuwing – Gedurende de detectie van regen
warmt de regensensor op; bij het ijken van de sensor is
het dan ook normaal dat er gewaarschuwd wordt voor
warmte.
Nederlands – 6
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Nemo wsrt

Tabla de contenido