menu (15).
Bij schemering of vermindering van het licht in de ka-
mer waarin de baby unit ligt, kan men het infrarode
verlichtingssysteem (6) van de baby unit activeren,
om het toezicht ook bij schaars licht toe te laten.
LET OP! wanneer het nachtzicht ingeschakeld
is, wordt op de display (3) van de ouder unit het pic-
togram (9) weergegeven en zullen de kleuren van
het beeld gewijzigd zijn en bij schemering zullen de
beelden in zwart en wit weergegeven worden. Dit is
normaal.
Na de functie te hebben ingesteld zal men automa-
tisch terugkeren naar het hoofdmenu (12).
Wanneer men niet instelt, zal men na enkele seconden
automatisch het menu verlaten.
Instelling en regeling van de functie Stemacti-
vatie op het betreffende menu (16).
De ouder unit kan continu werken of in de modus
met Stemactivatie. Er kan gekozen worden uit 4
gevoeligheidsniveaus van de stemactivatie. Het
bovenste niveau betekent werking met constante
transmissie.
Wanneer de geluidsintensiteit gedetecteerd door
de microfoon (7) van de baby unit kleiner is dan de
drempelwaarden, voor elk niveau vooraf ingesteld
door de fabrikant, gaat de ouder unit over in stand-
by-modus en worden video en audio uitgeschakeld.
Video en audio worden opnieuw geactiveerd wan-
neer geluiden ontvangen door de baby unit luider
zijn dan de drempelwaarden die vooraf door de fa-
brikant werden ingesteld.
Na de functie te hebben ingesteld zal men automa-
tisch terugkeren naar het hoofdmenu (12).
Wanneer men niet instelt, zal men na enkele seconden
automatisch het menu verlaten.
Start van de herstelprocedure van de commu-
nicatie (pairing) tussen de baby unit en de ouder unit.
Bij voortdurende onmogelijkheid van communicatie
tussen baby unit en ouder unit (continu alarm en
scherm van loskoppeling) ook bij een afstand van
enkele centimeters tussen elkaar, is het raadzaam
vanuit het hoofdmenu de pairing-procedure te
starten die als default uitgevoerd wordt door de fa-
brikant. Bij de start zal het volgende pairing-scherm
(11) verschijnen.
Houd de knop van de pairing (5) van de baby unit
gedurende 4 seconden ingedrukt. Het controlelamp-
je (3) van de baby unit knippert rood. Indien de pro-
cedure succesvol wordt beëindigd, zal op de display
het videoscherm met reële weergave verschijnen,
anders wordt het scherm weergegeven van het
gebrek aan/het verlies van signaal (10). Herhaal de
procedure indien noodzakelijk.
Verlaten van het hoofdmenu.
Selecteer dit pictogram om het menu te verlaten.
Indien men niet drukt, zal men binnen ongeveer 15
seconden automatisch het menu verlaten.
LET OP!
Controleer altijd de activering van de baby unit als u
de ouder unit aangezet heeft.
Controleer altijd of de ontvangst van het gezonden
signaal op de voorziene afstand en/of in de ruimtes
mogelijk is als u de units aangezet heeft. We raden u
aan om met behulp van een familielid het zenden
van het signaal vanuit de kamer waar de baby unit
geplaatst is te testen door tegelijkertijd de ouder unit
naar de voorziene ruimtes te verplaatsen waarbij u
controleert of het gezonden signaal correct ontvan-
gen wordt.
3. DE OPLAADBARE BATTERIJEN VAN DE OU-
DER UNIT INSTALLEREN EN VERVANGEN.
WAARSCHUWINGEN: deze handelingen
mogen uitsluitend door een volwassene ver-
richt worden.
LET OP: AANBEVELINGEN VOOR HET GEBRUIK
VAN DE BATTERIJEN.
- Gebruik voor de ouder unit uitsluitend de oplaad-
bare NiMH batterijen met code 20093290000.
- Verwijder de oplaadbare batterijen altijd als ze leeg
zijn en/of wanneer u het product lange tijd niet
gebruikt. Dat voorkomt dat de vloeistof uit de lege
batterijen loopt en de ouder unit en/of wat er naast
ligt beschadigt.
- Sluit de polen van de batterijen niet kort.
OPMERKING: De oplaadbare batterijen die met de
ouder unit zijn bijgeleverd zijn uitgeput als ze erg
snel leeglopen. In dit geval moet u de batterijen ver-
vangen (dit is normaal aangezien oplaadbare batte-
rijen met de tijd uitgeput raken).
- Probeer niet-oplaadbare batterijen nooit op te la-
den: ze kunnen ontploffen.
- Dit product is niet ontworpen voor werking op li-
thiumbatterijen.
LET OP: onjuist gebruik kan gevaarlijke si-
tuaties veroorzaken.
LET OP: AANBEVELINGEN VOOR HET GE-
BRUIK VAN DE OPLAADBARE BATTERIJEN.
- Laat de oplaadbare batterijen nooit leeg in de ouder
unit. Laad ze onmiddellijk op (of vervang ze als ze
uitgeput zijn). Ze kunnen corrosieve en/of gevaarlijke
vloeistoffen lekken.
- Bescherm uw handen als de batterijen lekken en
vervang de batterijen onmiddellijk. Reinig het bat-
terijenvakje en de delen die met de vloeistof in aan-
raking gekomen zijn zorgvuldig. Was uw handen
zorgvuldig na deze werkzaamheden. Meng nooit
verschillende soorten batterijen, verschillende mer-
ken of uitgeputte en nieuwe batterijen.
- Breng de (bijgeleverde) oplaadbare NiMH batterijen
3x1,2V, 1600mAh type AA aan in de ouder unit en
50
co
di
- Ve
vo
- H
vo
be
- W
m
- Ve
lin
w
- H
ni
3.1
Op
opl
der
- H
de
- Ve
va
- Br
AA
de
- Pl
de
3.2
De
bijg
dit
ma
uitg
- Ve
va
- Ve
en
di
Ni
20
Ne
en
- Pl
op
TEC
- Sp
FH
- E
ke
*De
een
fect
gen
stan
aan