elektronische apparatuur veroorzaakt.
• Fabrikanten van pacemakers bevelen aan dat een maximum afstand van 15 cm moet worden aangehouden tussen het apparaat en de
pacemaker om mogelijke storingen in de pacemaker te voorkomen. Als u een pacemaker gebruikt, houdt u het apparaat aan tegenoverliggende
kant van de pacemaker en draagt u het apparaat niet in uw borstzak.
• Vermijd stoffige, vochtige of vuile omgevingen. Vermijd magnetische velden. Gebruik van het apparaat in dergelijke omgevingen kan leiden tot
storingen in het circuit.
• De ideale werktemperatuur ligt tussen de 0°C en 40°C. De ideale opslagtemperatuur ligt tussen de -40°C en +70°C. Extreme hitte of kou kan uw
apparaat of accessoires beschadigen.
• Bewaar het apparaat en de accessoires in een voldoende geventileerde en koele ruimte, uit de buurt van direct zonlicht. Omwikkel of bedek uw
apparaat niet met handdoeken of andere voorwerpen. Plaats het apparaat niet in een container met een slechte warmte-afscheiding, zoals een
doos of tas.
• Dit apparaat moet worden geïnstalleerd en bediend met een minimale afstand van 20 cm tussen de radiator en uw lichaam.
• Het gebruik van een niet goedgekeurde of niet compatibele voedingsadapter, oplader of batterij kan brand, explosies of andere gevaren tot
gevolg hebben.
• Voor aansluiting van apparaten op het stroomnet moet de wandcontactdoos dicht bij de apparaten worden geïnstalleerd en goed toegankelijk zijn.
• Neem de voedingsadapter uit het stopcontact en het apparaat als die niet wordt gebruikt.
• Raak het apparaat of de voedingsadapter niet aan met natte handen. Dat kan leiden tot kortsluiting, storingen of elektrische schokken.
66