GEBRUIKSAANWIJZING
Fo tmeldingen
Tabel 1: Opsomming van de fouten
MELDING
OORZAAK
DISPLAY
01
Kabels losgekoppeld of in kortsluiting.
Accu volledig in kortsluiting.
02
Accu defect of niet te regenereren a 10 uur regene-
reren ordt geen stroom opgenomen.
03
Interne oververhitting van de acculader
Overbelasting van het toestel.
04
Spanning fout.
Accu met een of meer elementen in kortsluiting.
05
Accu met te hoge spanning ten opzichte van de
instelling. (Men probeert een accu van 24 Volt op te
laden met de acculader ingesteld op 12 Volt).
06
Accu met te grote capaciteit
Het einde van de laadcyclus ordt nooit bereikt.
07 e led
De tangen van de aangesloten kabels zijn verkeerd
aan de accu gekoppeld.
R V RS
08
e hoge eindstroom
Stroom boven de ma imumlimiet
WAARSCHUWINGEN
• De acculader is bestemd voor het laden van zuurloodaccu's. Gebruik hem niet voor andere doeleinden. Laad geen accu's op die niet
van het heroplaadbare type zijn. Laad geen bevroren accu's op.
• Dit apparaat mag niet zonder toezicht gebruikt orden door personen die daar niet toe in staat zijn (dit geldt ook voor kinderen).
• Buiten bereik van kinderen houden. Dit apparaat mag niet als speelgoed gebruikt orden.
• Draag altijd een veiligheidsbril en kom met het gezicht niet te dicht bij de accu tijdens het aansluiten en loskoppelen.
• ijdens het opladen van de accu kan e plosief gas vrijkomen. Vermijd dus dat vonken of vlammen ontstaan en rook niet.
• Laad op in een goed verluchte en droge omgeving: niet blootstellen aan regen of sneeu .
• Zorg ervoor dat de acculader losgekoppeld is van het net vooraleer de laadkabels aan te sluiten op of los te koppelen van de accu.
• ijdens het laden mag de acculader niet op de accu geplaatst orden.
• De vloeistof in de accu's is bijtend. Bij een accidenteel contact van het zuur met de huid of de ogen, onmiddellijk spoelen met ater en
een arts raadplegen.
• en oneigenlijk gebruik van de acculader, of het knoeien aan het intern elektronisch circuit van het apparaat, zal de garantie doen
vervallen.
• In geval van beschadiging, moet het voedingssnoer van het apparaat vervangen orden door geautoriseerde technici, omdat hier
speciaal gereedschap voor nodig is.
• Reparaties of onderhouds erkzaamheden aan het apparaat orden alleen door gek ali ceerd personeel uitgevoerd.
• Gebruik de acculader alleen na de handleiding aandachtig gelezen te hebben.
OPLOSSING
Positioneer de tangen correct en hervat de lading van de
accu; (zie de paragraaf Gebruik van de acculader").
De accu is mogelijk defect. Raadpleeg de dichtstbijzijnde
klantendienst.
De accu is mogelijk defect. Raadpleeg de dichtstbijzijnde
klantendienst.
Ver ijder eventuele voor erpen die de ventilatie van de ac-
culader afdekken of verplaats de acculader naar een frissere
zone. Wacht tot de acculader automatisch start.
Stel opnieu de spanning in die overeenkomt met de
spanning van de accu. Herneem de lading van de accu (zie
de paragraaf Gebruik van de acculader").
De accu is mogelijk defect. Raadpleeg de dichtstbijzijnde
Klantendienst.
Stel opnieu de spanning in die overeenkomt met de
spanning van de accu. Hervat de lading van de accu (zie de
paragraaf Gebruik van de acculader").
Gebruik een acculader met een groter laadvermogen.
Positioneer de tangen correct en hervat de lading van de
accu; (zie de paragraaf Gebruik van de acculader").
Verminder de eindlaadstroom in
handbediening.
NL
43