- NL -
2
Veiligheidsinstructies
2.1
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische installatie in de openlucht gelden speciale voorschriften. De elektrische installatie
•
mag uitsluitend door een professionele elektricien uitgevoerd worden.
– De professionele elektricien is krachtens zijn professionele opleiding, kennis en ervaring
gekwalificeerd en mag elektrische installaties in de openlucht uitvoeren. Hij of zij kan mogelijke
gevaren herkennen en leeft de regionale en nationale normen, voorschriften en bepalingen na.
– Neem voor uw eigen veiligheid in geval van vragen of problemen contact op met een elektricien.
Sluit het apparaat alleen aan, wanneer de elektrische gegevens van het apparaat en de voeding
•
overeenkomen.
Gebruik het apparaat uitsluitend op een volgens de voorschriften geïnstalleerde contactdoos. Het
•
apparaat moet beveiligd zijn via een aardlekschakelaar met een vastgestelde lekstroom van maximaal
30 mA.
Verlengkabels en stroomverdelers (bijv. stekkerdelen) moeten voor het gebruik buitenshuis geschikt
•
zijn (spatwaterbestendig).
Stekkerverbindingen tegen vocht beschermen.
•
2.2
Veilig gebruik
Als de behuizing defect is, mag het apparaat niet worden gebruikt.
•
Bij defecte elektrische kabel mag het apparaat niet worden gebruikt.
•
Het apparaat niet aan de elektrische leiding dragen of aan de leiding trekken.
•
Installeer de leidingen zodanig, dat deze tegen beschadigingen zijn beschermd en niemand erover kan
•
struikelen.
Breng nooit technische veranderingen aan het apparaat aan.
•
Voer uitsluitend die werkzaamheden aan het apparaat uit die in deze gebruiksaanwijzing zijn
•
beschreven.
Alleen originele vervangingsonderdelen en -toebehoren voor het apparaat toepassen.
•
44