12 Voor de inbedrijfstelling
12 .1 Laspistool aansluiten
 Sluit de centrale stekker 17 van het laspis-
tool op de centrale aansluitbus 11 aan.
11
17
Abb. 2:
Laspistool aansluiten
12 .2 Massakabel aansluiten
 Sluit de massakbel 18 op de aansluitbus
10 aan en zet deze goed vast middels
deze met naar rechts draaien te fixeren.
10
18
Abb. 3:
Massakabel aansluiten
12 .3 Netspanning kiezen
(Alleen voor apparatuur met omschakeling
netspanning, zie technische gegevens)
 Kies met de omschakelaar netspanning 4
de gewenste spanningsverzorging uit.
Voor de werking op 230 V, kunt u de me-
geleverde verloopstekker CEE 16 naar
230V gebruiken.
- 94 -
Voor de inbedrijfstelling
Bij werking op 230V is het vermo-
i
gen gereduceerd. Bij de maximale
lasstroom zijn de waarden ca. 2/3
van de in de technische gevevens
aangegeven waarden.
12 .4 Massaklem bevestigen
Abb. 4:
Correct
 Bevestig de massaklem in de onmiddel-
lijke nabijheid van de lasplaats, zodat de
lasstroom niet via machineonderdelen,
kogellagers of elektrische schakelingen
kan terugstromen.
 Sluit de massaklem stevig op de lastafel
of het werkstuk aan.
Abb. 5:
Verkeerd
Leg de massaklem niet op het lasappa-
raat c.q. gasfles, aangezien de lasstroom
anders via de aardingsverbindingen gaat
lopen en deze onherstelbaar zal bescha-
digen.
10.13