Nederlands
3
VOORBEREIDINGEN
3.1
Verpakking verwijderen
1. Verwijder de verpakking van de kachel.
3.2
Installatie
1. Zorg voor een stabiele opstelling van de
kachel.
De kachel kan zowel horizontaal als
verticaal (omhoog- of
omlaagblazend) worden geplaatst.
•
Horizontaal: minimaal 0.5 m
boven de vloer.
•
Verticaal omlaagblazend:
minimaal 1.4 m boven de vloer.
•
Verticaal omhoogblazend:
minimaal 1.4 m onder het
plafond.
De stand van het gasregelblok is
afhankelijk van de opstelling van de
kachel, zie fig. 6.
2. Hang de kachel aan de ophangogen op.
WAARSCHUWING
De kachel is geschikt voor een
gasdruk van maximaal 50 mbar.
Bij aansluiting op een hogere
gasdruk moet er een
voordrukregelaar in de gasleiding
worden opgenomen, zie fig. 7 (B).
3. Breng een gaskraan met binnendraad
van 1/2" aan op de gasinlaat van de
kachel, zie fig. 7 (A).
4. Sluit de kachel aan op de gastoevoer.
WAARSCHUWING
De kachel mag alleen door daartoe
bevoegde personen worden
geïnstalleerd volgens de plaatselijk
geldende normen.
5. Draai de gaskraan dicht en pers de
gasleiding af.
8
6. Controleer de branderdruk.
7. Voor het aansluiten van een
buitenluchtaanzuiging op de inlaat van de
verbrandingslucht ventilator, zie
hoofdstuk 9.
8. Indien de kachel wordt voorzien van een
ruimtethermostaat of tijdklok, sluit deze
aan op de daarvoor bestemde
aansluiting (E) van het bedieningspaneel
(fig. 5). Deze aansluiting is standaard
voorzien van een steker waarop de
contacten zijn doorverbonden.
9. Steek de steker in de contactdoos.
3.3
1. Controleer of de kachel juist is afgesteld
voor het ter plaatse geleverde gas
(Raadpleeg de dealer).
3.4
Verwarmen:
1. Draai de gaskraan open.
2. Zet de keuzeschakelaar (D) op
verwarmen, zie fig. 5.
Ventileren:
1. Zet de keuzeschakelaar (D) op
ventileren, zie fig. 5.
40.020.948 - rev. 05 - 2017
WAARSCHUWING
Deze controle mag alleen door een
daartoe bevoegde persoon worden
uitgevoerd.
De toestellen zijn afgesteld en
ingeregeld voor gebruik op aardgas
G25 (I2L).
Als de gele controlelamp van de
branderautomaat brandt, moet de
steker in de contactdoos worden
omgedraaid.
De steker moet altijd bereikbaar zijn.
Voorbereiden voor opstarten
Opstarten
AGA 45 / 75