Wireless-N home-router
Draadloze adapters
Voor draadloze adapters die worden gebruikt in de 2,4-GHz-band is de uitgestraalde vermogensafgifte 18 dBm EIRP, terwijl
de maximale uitgestraalde vermogensafgifte niet meer is dan 20 dBm
(100 mW) EIRP. Voor draadloze adapters die worden gebruikt in de 5-GHz-band is de uitgestraalde vermogensafgifte 20
dBm EIRP, terwijl de maximale uitgestraalde vermogensafgifte niet meer is dan 23 dBm (200 mW) EIRP. Als u de
vermogensafgifte van uw draadloze adapter wilt wijzigen, volgt u de van toepassing zijnde instructies voor het
besturingssysteem van uw computer:
Windows XP
1. Dubbelklik op het pictogram Draadloos in het systeemvak op het bureaublad.
2. Open het venster Draadloze netwerkverbinding.
3. Klik op de knop Eigenschappen.
4. Selecteer het tabblad Algemeen en klik op de knop Configureren.
5. Open het venster Eigenschappen en klik op het tabblad Geavanceerd.
6. Selecteer Power Output (Vermogensafgifte).
7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst aan de rechterzijde het vermogensafgiftepercentage van de adapter.
Windows 2000
1. Open het Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Netwerk- en inbelverbindingen.
3. Selecteer uw huidige draadloze verbinding en selecteer Eigenschappen.
4. Klik in het scherm Eigenschappen op de knop Configureren.
5. Open het tabblad Geavanceerd en selecteer Power Output (Vermogensafgifte).
6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst aan de rechterzijde de vermogensinstelling van de adapter.
Als op uw computer Windows Millennium of Windows 98 wordt uitgevoerd, raadpleegt u Windows Help voor instructies
met betrekking tot het openen van de geavanceerde instellingen van een netwerkadapter.
Bijlage I: Informatie over regelgeving
87