Probleemoplossing - Sharp UA-PM50E Manual De Uso

PROBLEEMOPLOSSING

Lees de onderstaande tabel voordat u contact opneemt met een reparateur. Een probleem duidt niet altijd op
een defect.
PROBLEEM
Geuren en rook worden niet
verwijderd.
Het STOF- EN GEURTJESICOON
licht groen op hoewel de lucht niet
schoon is.
Het STOF- EN GEURTJESICOON
licht oranje of rood op hoewel de
lucht schoon is.
Er komt een kloppend of tikkend
geluid uit de unit.
De uitgestoten lucht heeft een geur.
De unit werkt niet correct als er een
sigarettenlucht hangt.
Het STOF- EN GEURTJESICOON
is uitgeschakeld.
Het STOF- EN GEURTJESICOON
verandert regelmatig van kleur.
De vanglamp is uitgeschakeld.
Het UV-LICHT is uitgeschakeld.
UV-LICHT knippert.
OPLOSSING (geen defect)
• Reinig of vervang de fi lters als deze erg vuil lijken.
(Zie NL-13, NL-14)
• Mogelijk was de lucht niet schoon op het moment waarop de stekker in het
stopcontact werd gestoken.
Trek de stekker uit het stopcontact, wacht ongeveer een minuut en steek
de stekker weer in het stopcontact.
• De werking van de sensoren wordt beïnvloed als de geursensor
en stofsensorfi lter vuil of verstopt zijn. Reinig de geursensor en
de stofsensorfi lter voorzichtig. (Zie NL-13).
• Wanneer de unit plasmaclusterionen produceert, kan er een
zacht kloppend of tikkend geluid hoorbaar zijn.
• Controleer of de fi lters erg vuil zijn.
• Reinig of vervang de fi lters.
• Plasmacluster-luchtreinigers geven een zeer kleine hoeveelheid
ozon af die de geur kunnen veroorzaken. De hoeveelheid
uitgestoten ozon ligt ruim onder het veiligheidsniveau.
• Staat de unit op een plaats waar de sigarettenrook moeilijk waar
te nemen is?
• Zit er stof in de openingen van de stofsensorfi lter of is dit
verstopt?
(Maak dan de fi lter schoon.) (Zie NL-13)
• Controleer of de modus "Lampjes UIT" geselecteerd is.
Druk gedurende 3 seconden op
doen. (Zie NL-10)
• Controleer of de SLAAP-modus is geselecteerd.
Het STOF- EN GEURTJES/PLASMACLUSTERICOON worden
automatisch uitgeschakeld nadat de SLAAP-modus is geselecteerd.
• Het STOF- EN GEURTJESICOON verandert automatisch van
kleur wanneer deze onzuiverheden in de lucht waarnemen.
De detectiegevoeligheid van de sensor kan lager ingesteld
worden. (Zie NL-11)
Controleer of de volgende 2 lampen aan zijn.
1) UV-LICHT brandt blauw.
2) KLEEFBLAD-lamp brandt blauw.
Als het UV-LICHT uit is of als de KLEEFBLAD-lamp knippert, dan
gaat de VANG-lamp niet aan.
Deze lamp is de indicator van het UV-licht aan de achterkant.
Als het vangpaneel van de unit afgehaald wordt of niet juist
geplaatst is, wordt het UV-licht automatisch uitgeschakeld door
de magneetsensor. Controleer of het vangpaneel op de juiste
manier bevestigd is.
Het UV-licht is defect. Neem contact op met een door Sharp
erkend servicecentrum.
NL-16
om het lampje aan te