4. Als de accu gedurende een lange tijd (meer dan
zes maanden) niet gebruikt, laadt u deze eerst op
alvorens deze te gebruiken.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
• Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en
dat de accu is verwijderd voordat u de werking van het
gereedschap aanpast of controleert.
De accu aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 1)
• Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
• Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
van het gereedschap af.
• Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het
gereedschap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode
deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is de
accuadapter niet goed aangebracht. Breng de
accuadapter zo ver mogelijk aan tot het rode deel niet
meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per
ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen in
uw omgeving verwonden.
• Oefen geen grote kracht uit bij het aanbrengen van de
accu. Als de accu niet gemakkelijk erin kan worden
geschoven, wordt deze niet goed aangebracht.
Accubeveiligingssysteem (lithiumionaccu
met een ster-merkteken) (zie afb. 2)
Lithiumionaccu's met een ster-merkteken zijn uitgerust
met een beveiligingssysteem. Dit systeem schakelt
automatisch de voeding naar het gereedschap uit om de
levensduur van de accu te verlengen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van
de volgende omstandigheden bevinden:
• Overbelasting:
Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit
de accu wordt getrokken.
Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van het
gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde
dat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarna
opnieuw de aan/uit-schakelaar in om het
gereedschap weer in te schakelen.
Als het gereedschap niet wordt ingeschakeld, is de
accu oververhit. In die situatie laat u de accu eerst
afkoelen voordat u opnieuw de aan/uit-schakelaar
inknijpt.
• Lage accuspanning:
De resterende acculading is te laag en het
gereedschap wordt niet ingeschakeld. Verwijder in
die situatie de accu en laad hem op.
Aanduiding van de resterende acculading
Alleen voor accu's met indicatorlampjes (zie afb. 3)
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden
gedurende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
Uit
OPMERKING:
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de
aangegeven acculading verschilt van de werkelijke
acculading.
Werking van de aan/uit-schakelaar
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap
steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat
deze is losgelaten (zie afb. 4).
Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de
schakelaar in. De snelheid van het gereedschap neemt
toe naarmate u meer druk uitoefent op de schakelaar.
Laat de schakelaar los om het gereedschap te stoppen.
De lamp op de voorkant inschakelen
LET OP:
• Kijk niet rechtstreeks in het licht of naar de bron van de
lamp (zie afb. 5).
Knijp de aan/uit-schakelaar in om de lamp op de voorkant
in te schakelen. De lamp blijft branden zolang u de aan/
uit-schakelaar ingeknepen houdt. De lamp gaat 10 tot
15 seconden nadat de aan/uit-schakelaar is losgelaten
automatisch uit.
OPMERKING:
• Gebruik een doek om het vuil van de lens van de lamp
te vegen. Wees voorzichtig de lens van de lamp niet te
bekrassen om de lichtopbrengst niet te verlagen.
Werking van de omkeerschakelaar
(zie afb. 6)
Dit gereedschap is uitgerust met een omkeerschakelaar
waarmee u de draairichting kunt omkeren. Druk op de
Resterende
acculading
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu op.
Er kan een storing
in de accu zijn
opgetreden.
27